Beheer van sporthallen en sportparken

Laatste update: 11 juni 2014

Over het onderzoek
In het najaar van 2012 is de rekenkamer gestart met een onderzoek naar het beheer en de exploitatie van sportaccommodaties. Het onderzoek bestaat uit een inventarisatie van aanwezige informatie (fase 1) en een diepgaander onderzoek naar een aantal specifieke accommodaties (fase 2).

In het onderzoek zijn we nagegaan of er bij de stadsdelen Nieuw-West, Noord, Oost en Zuid voldoende informatie beschikbaar was om inzicht te krijgen in het sport(accommodatie)beleid van de stadsdelen en de beschikbare kosten en opbrengsten per sportaccommodatie.

Status en conclusies
Fase 1 is afgerond in mei 2013. Uit dit onderzoek blijkt dat geen van de stadsdelen een specifiek sportaccommodatiebeleid heeft ontwikkeld waarin aspecten als de behoefte aan sportaccommodaties, inzicht in de huidige en beoogde kwaliteit en een expliciete (onderbouwde) keuze voor een vorm van beheer en exploitatie zijn opgenomen. Wel zijn deze aspecten in stadsdeel Zuid in aparte ambtelijke notities behandeld. De andere drie stadsdelen behandelen deze aspecten deels of in beperkte mate.

Fase 2 is afgerond in juni 2014. In deze fase staat de vraag centraal of er verschillen zijn in doelmatigheid tussen vormen van gemeentelijk beheer van de volgende sportaccommodaties: de sporthallen in het Bijlmer Sportcentrum, Sportcomplex De Pijp, De Calandhal, Sporthal Zeeburg, Sporthal Oostenburg en de sportparken in de stadsdelen Oost en Noord. De belangrijkste conclusie is dat bij alle exploitanten (gemeente of particulier) is de kwaliteit van de informatie onvoldoende voor een professionele aansturing en verantwoording.

Veelgestelde vragen

Wat hebben wij onderzocht?

De sporthallen in het Bijlmer Sportcentrum en Sportcomplex De Pijp, De Calandhal, Sporthal Zeeburg, Sporthal Oostenburg en de sportparken in de stadsdelen Oost en Noord zijn bij het onderzoek betrokken. Bij sporthallen was de vraag of een verzelfstandigde manier van beheer (in een stichting) of particuliere exploitatie van een sporthal meer doelmatigheid oplevert dan exploitatie door de gemeente zelf. De vraag bij de sportparken was of grootschalige exploitatie van sportvelden (meer velden op slechts enkele sportparken) doelmatiger is dan kleinschalige.

Wat was de aanleiding van het onderzoek?

Er wordt in Amsterdam een meer centraal aangestuurde beheerorganisatie overwogen voor sportaccommodaties. Dit is gekoppeld aan een bezuinigingsdoelstelling. We hebben met dit onderzoek gekeken naar de onderbouwing van het idee dat de vorm van beheer invloed heeft op de doelmatigheid. Dit onderzoek is de tweede fase van een uitgebreider onderzoek naar het beheer en de exploitatie van sportaccommodaties. De eerste fase van dit onderzoek is in een rekenkamerbrief gepubliceerd in mei 2013.

Waarom is gebrek aan goede informatie de belangrijkste conclusie van het onderzoek?

Goede beslissingen nemen over een nieuwe inrichting van het beheer kan niet zonder goede informatie over kosten en opbrengsten van sportaccommodaties. In de eerste fase van het onderzoek concludeerden we al dat die informatie onvoldoende was en de kwaliteit sterk varieerde. Deze conclusie is bevestigd. Het gaat hierbij om meer dan alleen lacunes in de financiële infor­matie. Gegevens over bezoeken ontbreken en de registratie van verhuurde uren schiet tekort. De gegevens zijn versnipperd over verschillende bronnen, niet volledig, niet transparant en niet betrouwbaar. Bij alle exploitanten (gemeente of particulier) is de kwaliteit van de informatie onvoldoende voor een professionele aansturing en verantwoording.

Zijn particulier geëxploiteerde sporthallen doelmatiger?

De aanwezige informatie schiet te kort. Wij hebben geprobeerd de relevante gegevens zo goed mogelijk te reconstrueren. Op grond van het onderzoek blijkt niet dat er een exploiterende partij is aan te wijzen die zowel economisch als sociaal doelmatiger werkt. Soms doet een particulier geëxploiteerde sporthal het beter en soms een gemeentelijk geëxploiteerde sporthal.

Zijn grootschalige sportparken doelmatiger?

De informatie over sportparken is niet gestandaardiseerd wat een vergelijking lastig maakt. Er zijn echter wel enkele conclusies te trekken. De schaalgrootte blijkt dan niet altijd een doorslaggevende factor te zijn voor de doelmatigheid. Bij de natuurgrasvelden voor voetbal lijkt de schaalgrootte bij stadsdeel Oost geen doorslaggevende gunstige factor te zijn; bij de kunstgrasvelden wel. In het laatste geval zien we namelijk lagere onderhoudskosten per veld.

Waarom beveelt de rekenkamer aan om aan alle exploitanten goede informatie te vragen?

De betrokkenen – de stadsdelen en DMO – hebben niet de beschikking over alle, voor een goede sturing en verantwoording, benodigde gegevens. Daarom de aanbeveling:

  • Vraag als gemeentelijke opdrachtgever om goede informatie over beheer en exploitatie aan zowel de gemeentelijke als niet gemeentelijke exploitanten.

Waarom is het beter om de besluitvorming over een nieuwe organisatievorm uit te stellen?

Er is nog een wereld te winnen aan doelmatigheid voordat over verdere structuurveranderingen kan worden nagedacht. Zolang de (rand)voorwaarden niet aanwezig zijn voor het maken van een goede overwogen keuze heeft die discussie zelfs weinig zin. Daarom de aanbeveling:

  • Stel de besluitvorming over de inrichting van een organisatie voor het beheer en de exploitatie van sportaccommodaties uit en zorg er eerst voor dat de basale zaken aan de kant van de gemeente als opdrachtgever in orde zijn.

Waarom beveelt de rekenkamer aan om van elkaars successen te leren?

Het handhaven van de huidige situatie betekent een zekere ‘concurrentie’ van type exploitatie. Dat kan extra inzicht opleveren. We constateren wel dat de kennis en het vergaren en delen van kennis op dit moment beperkt is. Daarom de aanbeveling:

  • Leer en maak (meer) gebruik van de successen van efficiënter onderhoud door andere – gemeentelijke en niet-gemeentelijke – exploitanten.

Wat zijn de bestuurlijke reacties op het rapport?

Het college van B&W en de zes betrokken bestuurscommissies onderschrijven de aanbevelingen van de rekenkamer in grote lijnen. Het lijkt er op dat de discussie over een nieuwe structuur conform onze aanbeveling gaat worden uitgesteld. Het uitstel kan gebruikt worden om een essentiële voorwaarde, de informatie over het beheer en de exploitatie van sportaccommodaties, op orde te brengen. We adviseren de gemeenteraad hier zoveel mogelijk op toe te zien.

 

Tijdlijn

11 juni 2014

Onderzoek, fase 2

6 mei 2013

Onderzoek, fase 1