Wmo-hulpmiddelen

Laatste update: 6 mei 2025

Over het onderzoek
De Wet maatschappelijke ondersteuning (hierna: Wmo) geeft de gemeente de taak om bijvoorbeeld mensen die niet goed kunnen bewegen te helpen. Een manier waarop de gemeente deze mensen helpt, is door het verstrekken van Wmo-hulpmiddelen. Voorbeelden van deze hulpmiddelen zijn (elektrische) rolstoelen en scootmobielen. Meer dan 13.000 Amsterdammers gebruiken Wmo-hulpmiddelen. De gemeente gebruikt verschillende bedrijven om de hulpmiddelen te leveren. De afgelopen jaren zijn er verschillende problemen geweest met de leveringen en reparaties van de hulpmiddelen. Soms moesten mensen bijvoorbeeld lang wachten op een levering of reparatie.

Wij onderzochten of de gemeente de inkoop goed georganiseerd heeft. We keken naar de afspraken die zijn gemaakt en of bedrijven zich houden aan de afspraken. Ook gingen we na of de gemeente weet welke problemen er zijn. Daarbij gingen we na wat de gemeente doet om de problemen op te lossen, en of de gemeente dat gebruikt om bij te sturen en te leren.

Status
Op 11 september 2024 publiceerden we de onderzoeksopzet. Op 7 mei 2025 maakten we het onderzoek openbaar. Bekijk het bestuurlijk rapport en het onderzoeksrapport.

Samenvatting

De gemeente Amsterdam heeft de basis rond de Wmo-hulpmiddelen redelijk op orde, maar voor mensen met complexe hulpvragen zijn verbeteringen écht nodig.

Te weinig proactieve houding en sommige afspraken schieten tekort
De houding van de gemeente is welwillend, maar te reactief om problemen op tijd te herkennen, op te lossen en consequent verbeteringen door te voeren. De gemeente grijpt soms pas in als andere partijen of bewoners aan de bel trekken. De gemeente houdt niet goed bij hoe lang het duurt voordat een hulpmiddel wordt geleverd. Ook zien we dat de afspraken die de gemeente maakt met de leveranciers nog niet goed genoeg zijn om goed te kunnen sturen.

De gemeente heeft geen beleidsplan opgesteld en deelt geen visie
De gemeente heeft geen beleidsplan voor het uitvoeren van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo). Zo’n plan is wel wettelijk verplicht. De gemeente heeft wel regels gemaakt. Bewoners moeten aan die regels voldoen als ze een Wmo-hulpmiddel willen krijgen. Zonder plan krijgen raadsleden weinig ruimte om hun visie vast te leggen. Ook geeft het ontbreken van een plan voor bewoners weinig houvast over wat ze van de gemeente kunnen verwachten. Ook kan het beleidsplan houvast bieden aan ambtenaren en leveranciers.

Onze adviezen
We raden aan dat de gemeente Amsterdam de afspraken met de leveranciers verbetert. De gemeente heeft nog geen goed beeld van alle problemen. Daarom raden we aan dat ze snel aan de slag gaat met het verzamelen en combineren van informatie hierover. Verder wil de gemeente Amsterdam dat de leveranciers die hulpmiddelen leveren met elkaar concurreren op kwaliteit van dienstverlening. Dat gebeurt nog weinig. We raden daarom aan dat de gemeente Amsterdam hier extra maatregelen voor neemt. Ook moet ze een goed plan maken over de uitvoering van de Wmo. Dat is er nu niet. Tot slot raden we aan dat de gemeente Amsterdam meer gaat doen om gebruikers van Wmo-hulpmiddelen een stem te geven over de uitvoering.

Hoe reageert de gemeente op ons rapport?
Het college gaat uitgebreid in op onze aanbevelingen en benut deze om verbeteringen door te voeren. Het betrekt de conclusies en aanbevelingen bij de voorbereidingen op de komende aanbesteding (2025-2026) en komt in september 2025 met een plan van aanpak voor de opvolging van aanbevelingen

Feiten en cijfers
  • In de gemeente Amsterdam worden ongeveer 13.500 Wmo-hulpmiddelen gebruikt (stand: juni 2024).
  • De gemeente onderscheidt 20 categorieën hulpmiddelen. De grootste categorieën zijn rolstoelen en scootmobielen.
  • Tussen 2022 en 2024 hebben bewoners 577 bezwaren over besluiten ingediend over scootmobielen, rolstoelen en fietsen.
  • Bewoners kunnen problemen en klachten over (de dienstverlening rondom) hun Wmo-hulpmiddel op 9 verschillende plekken melden. Binnen de gemeente is geen totaaloverzicht van de gemelde problemen.

 

  • De gemeente schakelt 4 leveranciers in om de hulpmiddelen te leveren en te repareren.
  • De gemeente houdt de prestaties van leveranciers op 3 manieren in de gaten: via de managementrapportage (maandelijks), de prestatiedialoog (ieder kwartaal) en het klanttevredenheidsonderzoek (doorlopend).
  • Het is niet duidelijk hoe vaak leveranciers de afgesproken doorlooptijd halen voor mensen met complexe hulpmiddelen.
  • De gemeente toetst alleen de algemene klanttevredenheid over leveranciers. Terwijl er ook cijfers zijn over bijvoorbeeld de vriendelijkheid van de servicemonteur en van de medewerker die een hulpmiddel komt afleveren. Ook in deze monitoring is geen onderscheid naar complexe hulpvragen.
×

Tijdlijn

verwacht: 7 mei 2025
7 mei 2025

Publicatie

11 september 2024

Onderzoeksopzet