Geen rekenkameronderzoek naar rechtmatigheid erfpachtbeleid, wel aanbevelingen voor college
29 mei 2013
Op 22 oktober 2012 hebben de raadsleden mevrouw Visser en de heren Van Drooge en Van de Ree de rekenkamer verzocht om de doelmatigheid en rechtmatigheid van de uitvoering van het erfpachtbeleid in Amsterdam te onderzoeken. De rekenkamer heeft een uitgebreide voorstudie uitgevoerd om te bepalen of een rekenkameronderzoek zal worden gestart. In drie eerdere onderzoeken (13 oktober 2012, 27 maart en 4 april 2013) concludeerde de rekenkamer al dat het erfpachtbeheersysteem tekort schiet en het erfpachtarchief niet volledig is. De rekenkamer verwacht dat een aanvullend onderzoek naar de doelmatigheid op dit moment geen verdere ondoelmatigheden aan het licht zal brengen. De rechtszaak Honnebier en de zaak van de Nederlandse Vereniging van Erfpachters maken duidelijk dat de rechter oordeelde dat het taxatierapport van de deskundigen niet voldeed aan de daaraan te stellen eisen. Daarbij gaat het niet zozeer om de hoogte van het bedrag maar om de zorgvuldigheid van de werkwijze van de deskundigen en de kwaliteit van het taxatierapport. De rekenkamer acht het goed mogelijk dat in het verleden de taxatierapporten vaker niet aan de eisen voldeden, terwijl de gemeente en de erfpachter deze rapporten wel hebben geaccepteerd. Het accepteren van deze rapporten betekent echter niet dat de gemeente onrechtmatig heeft gehandeld. De rekenkamer heeft besloten om voorlopig geen onderzoek te zullen starten. Een onderzoek zou naar verwachting weinig nieuwe informatie opleveren en geen antwoord op de vraag geven of erfpachters te veel of te weinig erfpacht betalen. De rekenkamer verwacht dat als het college uitvoering geeft aan 4 aanbevelingen de gemeenteraad beter wordt geïnformeerd over de uitvoering van het erfpachtbeleid, deskundigen worden gestimuleerd om taxatierapporten te verbeteren en tot slot dat onnodige juridische procedures worden vermeden. Het college geeft aan drie van de vier aanbevelingen over te nemen.