Toezicht op de voorscholen

Laatste update: 27 oktober 2016

Over het onderzoek
In 2012 hoopt de gemeente Amsterdam taalachterstanden bij jonge kinderen definitief tegen te gaan met een speciaal programma voor voorschoolse educatie, gericht op peuters van 2,5 tot 4 jaar. Het toezicht op deze voorscholen is hierbij vooralsnog een relatief onderbelicht aspect.

Goed toezicht is nodig om de kwaliteit van de voorscholen te verbeteren. In 2012 hebben wij beperkt onderzoek gedaan naar het gemeentelijk toezicht op de voorscholen in Amsterdam. Hier kwamen vijf aanbevelingen uit voort. In 2016 voerden wij een opvolgingsonderzoek uit, waarin we zijn nagegaan hoe het college van burgemeester en wethouders uitvoering heeft gegeven aan onze aanbevelingen uit 2012.

Status en conclusie
Het achterliggende onderzoek is in oktober 2012 gepubliceerd. We concludeerden dat het toezicht professioneel is, maar in mindere mate onafhankelijk, samenwerkend en transparant is. De allerbelangrijkste knelpunten waren dat het toenmalige toezicht op de voorscholen nog niet voldoende selectief (risicogestuurd) en slagvaardig was. Dat laatste betekent dat de gemeente niet altijd ingreep en consequenties verbond aan overtredingen bij voorscholen. Bekijk het persbericht, het bestuurlijk rapport en het onderzoeksrapport. In 2013 brachten we ook een artikel uit.

In 2016 is het opvolgingsonderzoek gepubliceerd. Het bleek dat het college twee aanbevelingen volledig, en twee aanbevelingen gedeeltelijk heeft uitgevoerd. Bij één aanbeveling is het beeld meer wisselend. Lees voor meer informatie onderstaand de veelgestelde vragen, de rekenkamerbrief en het onderzoeksrapport.

Veelgestelde vragen

Ontwikkel een visie voor toezicht op de voorscholen en stel die vast: volledig uitgevoerd

Het college heeft eind 2012 een nieuwe gemeentelijke visie voor toezicht op de voorscholen opgesteld. In de visie komen enkele aandachtspunten van de rekenkamer uitgebreid terug (integraliteit en onafhankelijkheid van het toezicht). In de visie wordt niet ingegaan op uitbesteding van toezicht en toezicht op doelmatigheid en doeltreffendheid. De visie is inmiddels achterhaald en het college is voornemens de visie in 2016 te actualiseren.

Breid het risicogestuurd toezicht uit naar de voorscholen door: wisselend uitgevoerd

a. de risicoprofielen voor de reguliere kinderopvang te gebruiken bij de overweging om een kinderdagverblijf of peuterspeelzaal te erkennen als voorschoolaanbieder.

b. de risicoprofielen uit te breiden naar de voorschoolse educatie en te gebruiken bij:

  1. het afstemmen van de tussentijdse informatie die voorschoolaanbieders geven aan stadsdelen
  2. de selectie van voorscholen voor het kwaliteitstraject Kwaliteitsaanpak Basisonderwijs Amsterdam (KBA): gedeeltelijk uitgevoerd]

De gemeente heeft serieus gekeken naar het efficiënter en meer risicogestuurd maken van het toezicht. Daarbij is overwogen om risicoprofielen te gebruiken. Uiteindelijk worden de risicoprofielen nu, samen met de inspectieresultaten gebruikt bij het toezicht aan de poort/erkenning van voorscholen. Het toezicht is dus meer risicogestuurd geworden (2a). Na de poort wordt risicogestuurd toezicht momenteel ingevoerd (2b1) en het traject voor de basisscholen is beëindigd waardoor 2b2 niet is uitgevoerd.

Beleg de interventietaak op een heldere manier bij een onafhankelijke, professionele organisatie die zich probleemeigenaar voelt: gedeeltelijk uitgevoerd

De gemeente heeft de interventietaken nu helder belegd. De landelijke vve-eisen worden gehandhaafd door de juristen van het voormalig Bureau Handhaving Kinderopvang (BHK). De interventie bij stedelijke vve-eisen vindt plaats door de vve-accounthouders die ook de subsidie verstrekken aan voorscholen. Dit is geen onafhankelijke toezichthouder, immers de vve-accounthouders worden ook door het Rijk afgerekend op het aantal gerealiseerde voorschoolplaatsen. Wel heeft de gemeente enkele verbeteringen doorgevoerd waardoor de vve-accounthouders meer op afstand staan van de vve-aanbieders. Daarnaast is de samenwerking tussen de GGD-inspecteurs en de vve-accounthouders (rve OJZ) enorm verbeterd. Ondanks deze verbeteringen zijn er nog steeds een aantal gevallen waarbij de vve-accounthouder niet de subsidie aanpast terwijl er wel overtredingen op de vve-eisen zijn.

Wees transparant over het aantal gehandhaafde overtredingen voor voorschoolse educatie: gedeeltelijk uitgevoerd

Het college is transparant over het aantal overtredingen van voorscholen. In de jaarrapportage vve wordt het aandeel voorscholen aangegeven dat niet voldoet aan de landelijke en aanvullende Amsterdamse eisen voor vve. Helaas is de gemeente niet transparant over het aandeel overtredingen waarbij daadwerkelijk geïntervenieerd of gehandhaafd is.

Beperk de toezichtlast door samenwerking te stimuleren en zorg dat de informatieverzameling doelmatig is: volledig uitgevoerd

Hoewel de gemeente nog steeds niet werkt met zelfrapportages van voorschoolaanbieders, is de toezichtlast wel verminderd. Het gebruik van een gemeenschappelijke webapplicatie, meer afstemming onder de toezichthouders en gesprekken met de grote voorschoolaanbieders hebbenhieraan bijgedragen.

Welke aandachtspunten levert het onderzoek op?

Betrek onze suggesties bij de nieuwe gemeentelijke visie toezicht op de voorscholen
De huidige gemeentelijke visie op toezicht en handhaving vve (december 2012) is inmiddels verouderd en moet nog worden geactualiseerd. In de nieuwe visie kan de gemeente ook aandacht hebben voor de mate waarin het toezicht gedeeltelijk wordt uitbesteed door het over te laten aan de voorscholen zelf. De visie hoeft zich niet alleen te beperken tot op het toezicht op de rechtmatigheid, oftewel in hoeverre de voorscholen zich houden aan de regels? In de visie kan daarnaast ook aandacht besteed worden aan de manier waarop toezicht wordt gehouden op de doelmatigheid (kosten) en de doeltreffendheid van voorschoolse educatie.

Wees transparant over het aantal interventies van de gemeente bij overtredingen
De gemeente heeft goede stappen gezet om vermenging tussen de subsidieontvangende rol en de toezichthoudende rol van de vve-accounthouder te voorkomen. Het toezicht op de overtredingen van de Amsterdamse aanvullende vve-eisen is daarbij niet, zoals wij in 2012 voorstelden, belegd bij een onafhankelijk toezichthouder. Juist daarom is het belangrijk om volledig transparant te zijn over het aantal interventies. De gemeenteraad kan bijdragen aan die transparantie door te vragen om die informatie. Dit zou kunnen via de jaarrapportage voor-en vroegschoolse educatie te vermelden wat het aantal overtredingen zijn waarbij zowel op de wettelijke als de Amsterdamse vve-eisen de gemeente geïntervenieerd heeft.

Verbeter interventies door betere samenwerking tussen GGD en vve-accounthouders van de rve OJZ
In ons oorspronkelijke rapport uit 2012 pleitten wij voor het onderbrengen van de interventietaak bij een onafhankelijke en professionele organisatie. Het college heeft hier uiteindelijk niet voor gekozen. De huidige organisatie van interveniëren kan ook een werkzame vorm zijn, zeker als er sprake is van een optimale samenwerking tussen de GGD, de vve-accounthouder en juridische handhaver. Hoewel de samenwerking tussen de GGD-inspecteurs en de vve-accounthouders (rve OJZ) steeds beter verloopt, is vooral de communicatie tussen de GGD-inspecteurs en de vve-accounthouders (rve OJZ) over de interventies bij overtredingen nog steeds een punt van aandacht.

Bij enkele voorscholen (met name kinderdagverblijven) ziet de GGD-toezicht­houder keer op keer overtredingen, terwijl de vve-locatie door de vve-accounthouder toch in de gelegenheid wordt gesteld om door te gaan met het aanbieden van vve. Het is belangrijk dat de vve-accounthouder en de GGD-inspecteurs goed met elkaar communiceren, immers samen vormen zij de stem van de gemeente Amsterdam richting de voor­scholen. Acties van de GGD en vve-accounthouders die niet in lijn zijn met elkaar, komen de klantvriendelijke gedachte van 1Amsterdam niet ten goede. Daarom raden wij aan om de gewenste samenwerking tussen de GGD en de vve-accounthouders met elkaar te bespreken en vast te leggen. Onderdelen die daarbij zeker besproken kunnen worden zijn:

  • Raadpleeg de gezamenlijke webapplicatie (Toezicht Handhaving Kinderopvang) en neem contact met elkaar op alvorens een voorschool te bezoeken.
  • Stel als vve-accounthouder tijdens het gesprek met de voorschool vragen en spreek geen oordeel uit.
  • Leg de motivatie vast als het advies van GGD over de overtredingen niet wordt opgevolgd.

Hoe reageerde het college op de vermelde aandachtsunten?

Het college grijpt de aandachtspunten aan om het toezicht op de voorscholen nog verder te verbeteren. Het college is in zijn reactie optimistisch over de uitvoering van de aandachtspunten van de rekenkamer. De bestuurlijke reactie van het college is als bijlage in de rekenkamerbrief integraal opgenomen. Het nawoord van de rekenkamer treft u aan als punt 4 in de rekenkamerbrief.

Tijdlijn

27 oktober 2016

Publicatie opvolgingsonderzoek

21 februari 2013

Artikel