Grip op subsidies

Laatste update: 24 juni 2014

Over het onderzoek
Het onderwerp subsidies is sinds 2014 voor meerdere jaren meegenomen in ons onderzoeksprogramma. Reden hiervoor is de wens van zowel de gemeenteraad als het college om de subsidies efficiënter te besteden. Het gaat immers ook om een aanzienlijk bedrag dat wordt besteed aan subsidies, namelijk € 720 miljoen.

Status en conclusies
In juni 2014 hebben we het onderzoek Grip op subsidies gepubliceerd. Dit onderzoek, het verdiepende onderzoek naar de besteding van subsidies diversiteit en de verdiepende onderzoeken geven samen een beeld geven van de mate waarin de gemeente Amsterdam het subsidieinstrument op een effectieve wijze inzet.

Veelgestelde vragen

Wat is de hoofdconclusie? Heeft Amsterdam grip op subsidies?

De controle op doeltreffendheid en doelmatigheid van subsidieverstrekking is op veel punten in opzet geborgd. Zo zijn in de Algemene Subsidieverordening Amsterdam 2013 (ASA) goede bepalingen opgenomen voor het indienen van subsidieaanvragen en voor de subsidieverantwoordingen. Ook is duidelijk vastgelegd dat de beleids­afdelingen verantwoordelijk zijn voor de doeltreffendheid en doelmatigheid. Er zijn ook verbeterpunten. Zo ontbreekt er een algemeen visiedocument, waarin staat wanneer subsidies als beleidsinstrument worden ingezet en hoe het toezicht plaatsvindt. Deze en andere verbeterpunten hebben we in de rekenkamerbrief nader toegelicht.rekenkamerbrief: pagina 8 – 10      

Welke aanbevelingen doet de rekenkamer?

1a. Schep ruimte om als gemeente onderzoek te kunnen doen bij subsidieontvangers en leg de verplichting om hieraan mee te werken vast in de ASA.

1b. Leg in de ASA vast dat subsidieontvangers mee moeten werken aan onderzoek naar doeltreffendheid, doelmatigheid en rechtmatigheid van de subsidie­verstrekking dat door de rekenkamer wordt uitgevoerd.

2.   Werk de taken van het subsidiebureau op het gebied van doeltreffendheid en doelmatigheid uit.

3.   Stel een visiedocument op waarin de uitgangspunten over de inzet van subsidies wordt vastgelegd.

4.   Laat je als college periodiek inlichten over de voortgang en mogelijke risico’s bij de nieuwe subsidieorganisatie en informeer de raad hierover.

rekenkamerbrief: pagina 8-10

Waarom is de reactie van het college op de aanbevelingen niet direct beschikbaar?

Het college heeft in zijn bestuurlijke reactie d.d. 17 juni 2014 aangegeven nog geen inhoudelijke reactie op de aanbevelingen van de rekenkamer te geven, maar dat wel te doen bij de behandeling van de rekenkamerbrief door de raad. De rekenkamer heeft het college gevraagd om deze reactie eerder aan ons toe te zenden zodat de raadscommissie voor de behandeling ook in het bezit kan zijn van ons nawoord. Bestuurlijke reactie en nawoord zullen separaat worden toegevoegd aan de rekenkamerbrief en ook op de website van de rekenkamer worden geplaatst.

Wat was de reactie van het college op de aanbevelingen?


De rekenkamer heeft op 28 augustus 2014 van het college van burgemeester en wethouders een inhoudelijke reactie ontvangen. Uit de reactie maken we op dat het college niet alle aanbevelingen van de rekenkamer onverkort heeft overgenomen. De aanbevelingen over het opnemen van onderzoeksrechten in de gemeentelijke regelgeving neemt het college niet over (aanbeveling 1a en 1b). Het college gaat in zijn reactie niet in op de aanbeveling om de taken van het stedelijk subsidiebureau op het gebied van doeltreffendheid en doelmatigheid nader uit te werken (aanbeveling 2). Op de aanbeveling om een visiedocument op te stellen voor het subsidie-instrument (aanbeveling 3) reageert het college positief. Ook aanbeveling 4 om aandacht te hebben voor de voortgang van de nieuwe subsidieorganisatie wordt door het college overgenomen. Gehoord de argumenten van het college ziet de rekenkamer geen redenen om terug te komen op de aanbevelingen. In onze brief van 3 september 2014 is de bestuurlijke reactie van het college en het nawoord van de rekenkamer opgenomen.

Wat zijn de vervolgstappen van de rekenkamer ten aanzien van onderzoek naar subsidies?

We zullen dit onderzoek vervolgen met nader onderzoek naar de doeltreffendheid en doelmatigheid van enkele specifieke subsidies. Dit voornemen is al bij de start van het onderzoek Grip op subsidies aangekondigd. Het huidige én de nadere onderzoeken moeten samen een beeld geven van de mate waarin de gemeente Amsterdam het subsidie-instrument op een effectieve wijze inzet.

rekenkamerbrief: pagina 1 en pagina 10

onderzoeksrapport: pagina 7, pagina 51-59 

Welke vraag stond in het onderzoek centraal?

In hoeverre heeft de gemeente de controle op doeltreffendheid en doelmatigheid van subsidieverstrekkingen in opzet geborgd?

Deze hoofdvraag is beantwoord aan de hand van de volgende onderzoeks­vragen:

  1. Hoe wordt de bij subsidies betrokken gemeentelijke organisatie ingericht?
  2. In hoeverre heeft de gemeente een goed juridisch kader om subsidies doeltreffend en doelmatig te verstrekken?
  3. In hoeverre zijn de verantwoordelijkheden en taken binnen de ambtelijke organisatie duidelijk ten aanzien van de doeltreffendheid en doelmatigheid van verstrekte subsidies?
  4. In hoeverre heeft de gemeente een visie op de wijze waarop de doeltreffendheid en doelmatigheid bij het subsidie-instrument moet worden geborgd?

rekenkamerbrief: pagina 1

onderzoeksrapport: pagina 12

Wat was de aanleiding van het onderzoek?

Raadsleden hebben het college verzocht om een beter inzicht te verstrekken in de doeltreffendheid van subsidies. Het college suggereerde vervolgens om de rekenkamer structureel de doeltreffendheid van subsidies te laten onderzoeken. Naar aanleiding hiervan heeft de rekenkamer zijn standpunt over deze suggestie neergelegd in een brief aan de raad. Uiteindelijk hebben we naar aanleiding van de discussie tussen het college en de raad besloten om het onderwerp subsidies mee te nemen in het Onderzoeksprogramma 2014.

rekenkamerbrief: pagina 1

onderzoeksrapport: pagina 7, pagina 61-64

Welke veranderingen spelen binnen de gemeentelijke subsidieorganisatie?

De gemeente heeft in 2010 besloten om de organisatie van subsidieverstrekking anders in te richten. De gemeente wil de subsidieregelgeving uniformeren en vereenvoudigen. Ook wil de gemeente het proces van subsidieaanvragen digitaliseren en alle subsidieverstrekkingen bewaken met één subsidiebeheersysteem. De procesbewaking wordt gecentraliseerd bij een nieuw op te richten subsidiebureau. Dit bureau gaat op 1 juli 2014 van start. Tot deze datum zijn acht gemeentelijke diensten en zeven stadsdelen nog verantwoordelijk voor zowel de proceskant als de inhoudelijke kant van de subsidieverstrekkingen. De beleidsafdelingen van de stadsdelen en diensten blijven na 1 juli wel verantwoordelijk voor het opstellen van de subsidie­beschikkingen en een doeltreffende en doelmatige besteding van de subsidiemiddelen.

rekenkamerbrief: pagina 2-3, pagina 8

onderzoeksrapport: pagina 15-23

Gerelateerd onderzoek

Subsidieregeling verenigingsaccommodaties buitensport

Subsidies bewonersondersteuning en belangenbehartiging

Subsidiëring welzijnsinstellingen