Samenwerking en participatie: uiteenlopende verwachtingen bij (burger)participatie

Samenwerking en participatie


Over het thema Samenwerking en participatie
Er is maar een beperkt aantal beleidsterreinen waar een gemeente volledig zelf over gaat. In de meeste gevallen zijn andere overheden, maatschappelijke actoren of private partijen eveneens op het beleidsveld actief. Dat vraagt om samenwerking en netwerksturing. Daarnaast participeren burgers in toenemende mate in zowel beleidsvorming als in de uitvoering van beleid. Op het vlak van samenwerking en participatie blijken zich regelmatig problemen voor te doen. Het uitwisselen van informatie en afstemmen van verwachtingen blijkt lastig en verantwoordelijkheden zijn diffuus waardoor regie ontbreekt en taken niet worden uitgevoerd.

Uiteenlopende verwachtingen bij (burger)participatie

Wat is het probleem?

Burgerparticipatie wordt steeds vaker gebruikt om burgers te betrekken bij de aanpak van problemen en maatschappelijke onderwerpen in hun eigen leefomgeving. Niet zelden zien we dat de verwachtingen die zowel gemeente als burgers van participatie hebben, niet overeenkomen. Burgerparticipatie eindigt dan in een teleurstelling voor de deelnemers, omdat ze naar hun oordeel te weinig of niet terugzien van wat zij hebben aangedragen. Of de voor burgers uitgedachte rol in de uitvoering sluit niet aan bij hun wensen of mogelijkheden.

Hoe kan het beter?

  • Maak vooraf een weloverwogen keuze over nut, noodzaak en vorm van participatie en de te betrekken doelgroepen.
  • Maak duidelijk hoeveel beslissingsruimte er wordt overgelaten aan burgers.
  • Maak bij het betrekken van burgers bij de uitvoering van beleid een inschatting van kennis, kunde, mogelijkheden en behoeften.
  • Zorg voor voldoende capaciteit en middelen voor de begeleiding
  • Wees duidelijk over hoe en wanneer de gemeente terugkoppelt
  • Wees transparant over wat er met de resultaten van participatietrajecten gebeurt en welke afwegingen de gemeente hierin maakt.
  • Zoek een balans tussen administratieve lasten en het bewaken van de doeltreffendheid, doelmatigheid en rechtmatigheid in participatietrajecten.

Projecten

Groen in de stad (2021). In de praktijk was het lastig om in te spelen op de wensen van bewoners en hen te ondersteunen bij het groenbeheer. Lopende beheercontracten boden onvoldoende ruimte voor medebeheer en capaciteit en middelen voor de benodigde begeleiding en advisering van bewoners ontbraken.

Subsidies maatschappelijke en bewonersinitiatieven (2019). Initiatiefnemers hebben het subsidieproces als (zeer) negatief ervaren vanwege de gelaagdheid aan regels. Informatie over regels is moeilijk te vinden en te begrijpen. De inspanning stond niet in verhouding met de verwachte opbrengst.

Mantelzorgondersteuning (2016). De gemeente verwachte dat burgers zelf of met mantelzorgers oplossingen zoeken voor problemen op het gebied van zelfredzaamheid en participatie. De gemeente bood echter geen passend aanbod voor ondersteuning. Mantelzorgers verwachten praktische en financiële ondersteuning en hebben minder behoefte aan respijtzorg, cursussen en voorlichting.

Verkenning vernieuwing sociaal domein (2013). Van de burgers werd verwacht dat ze bij het oplossen van problemen uit gaan van de eigen kracht en het eigen netwerk en zich inzetten als vrijwilliger voor naasten. Het idee van eigen kracht vergt echter een ander netwerk dan veel burgers hebben.

Bruggen slaan met buurtgericht werken (2011). Het was niet duidelijk welke invloed burgers konden uitoefenen in participatietrajecten, waardoor verkeerde verwachtingen zijn ontstaan van de mate van betrokkenheid in participatietrajecten.

Burgerparticipatie in Zaanstad (2010). Burgers waren ontevreden over de beslissingsruimte, de terugkoppeling en het nakomen van toezeggingen en voelden zich niet serieus genomen omdat hun inbreng niet werd meegenomen.

Totaal: 6
2021

Publieksonderzoek 2020: Groen in de stad

  • Ruimtelijke ordening
  • Volkshuisvesting, ruimtelijke ordening en stedelijke vernieuwing
  • Wonen

Publieksonderzoek 2020: Groen in de stad

Over het onderzoek
Het groen in Amsterdam is voor veel Amsterdammers van grote waarde. Ook het college van burgemeester en wethouders onderkent het belang van groen in de stad en heeft de ambitie uitgesproken in het Coalitieakkoord (2018) om de openbare ruimte in de stad groen en gezond te houden. Met dit onderzoek wilden we in beeld brengen of er in Amsterdam voldoende, goed en bruikbaar groen is. Daarnaast bekeken we hoezeer kan worden gevolgd in welke mate het college haar ambities (in de toekomst) realiseert. Groen in de stad was het publieksonderzoek van 2020.

De resultaten in 2021
Het is niet goed mogelijk om te beoordelen of er in Amsterdam voldoende, goed en bruikbaar groen is. Hoewel het college veel ambities heeft ten aanzien van groen, is het beleid nog in ontwikkeling en ontbreken daardoor heldere normen. Dat is problematisch, omdat de stad ook moet groeien zonder dat het groen in het geding komt. Zonder goede normen kan bijvoorbeeld niet bewaakt worden of ruimtelijke ontwikkelingen niet te veel ten koste gaan van het groen.

Lees het hele onderzoek op de projectpagina.
projectpagina
2018

Subsidies maatschappelijke en bewonersinitiatieven

  • Burgerparticipatie
  • Sociaal domein
  • Uitkeringen en arbeid
  • Wmo en zorg

Subsidies maatschappelijke en bewonersinitiatieven

Over het onderzoek
Sinds half 2016 kunnen de stadsdelen in Amsterdam subsidies verstrekken voor maatschappelijke en bewonersinitiatieven. In Subsidies maatschappelijke en bewonersinitiatieven onderzochten we in hoeverre deze subsidies doelmatig, doeltreffend en rechtmatig worden besteed, en in welke mate de subsidieaanvragers tevreden zijn over de facilitering door de gemeente.

De resultaten in 2018
We hebben per stadsdeel in beeld gebracht hoe ze omgaan met maatschappelijke en bewonersinitiatieven. Zowel de werkwijzen als de subsidiebudgetten verschillen per stadsdeel. In 2017 hebben de stadsdelen tezamen bijna 1.600 initiatieven ondersteund. We concluderen dat het beleid om initiatieven te ondersteunen redelijk doeltreffend is geweest. Het is echter wel de vraag of de initiatieven ook hebben geleid tot het realiseren van de beoogde doelen. Een overkoepelende analyse van de behaalde resultaten ontbreekt. Ook heeft de gemeente geen goed beeld van de organisatorische doelmatigheid, omdat er geen enkel inzicht is in de uitvoeringskosten. Verder zagen we dat veel initiatiefnemers niet tevreden zijn over de ondersteuning. Dit heeft te maken met de vele ingewikkelde regels en de tekortschietende informatievoorziening.

Lees het hele onderzoek op de projectpagina.
projectpagina
2016

Mantelzorgondersteuning (2016)

  • Sociaal domein
  • Wmo en zorg

Mantelzorgondersteuning (2016)

Over het onderzoek
Met de decentralisaties op het gebied van jeugd, zorg en werk zijn gemeenten per 2015 verantwoordelijk geworden voor nieuwe taken en doelgroepen. Naar aanleiding van de verkenning Vernieuwing van het sociaal domein (2013) besloten we de voorbereiding en invoering van drie decentralisaties te monitoren. Mantelzorgondersteuning maakt daar deel van uit.

De resultaten in 2016
De belangrijkste conclusie is dat er binnen de gemeente Amsterdam veel gebeurt op het gebied van mantelzorgondersteuning, maar dat het mist aan richting en overzicht. Doelen zijn niet helder geformuleerd, het is lastig om greep te houden op de ingezette activiteiten en met name het beschikbare budget van de stadsdelen is onvoldoende transparant. Daarnaast bestaat er geen stadsbreed inzicht in geleverde prestaties en resultaten. Daardoor kan de effectiviteit van het gehele mantelzorgbeleid alleen worden beoordeeld op grond van een vierjaarlijkse steekproef. Ten slotte concluderen we dat er meer maatwerk nodig is bij het aanbieden van ondersteuning voor de mantelzorgers.

Lees het hele onderzoek op de projectpagina.
projectpagina
2013

Vernieuwing sociaal domein

  • Sociaal domein
  • Uitkeringen en arbeid

Vernieuwing sociaal domein

Over het onderzoek
In 2013 voerden wij een verkenning uit naar de vernieuwing in het sociaal domein. De aanleiding voor deze verkenning was dat het sociaal domein een groot en complex veranderingsproces onderging, waarmee veel Amsterdammers te maken zouden krijgen en waarmee veel geld is gemoeid. Het belang van het sociaal domein groeit. Geschat werd dat het gemeentelijke inkoopbudget in 2015 voor circa 55% naar het sociale domein zou gaan, terwijl dit in de jaren negentig nog 25% was. Door de toenemende taken vanuit de decentralisatie van jeugd, ABWZ en participatie kreeg de raad ook een grotere kaderstellende en controlerende rol in het sociaal domein.

De resultaten in 2013
Er is nog zoveel in beweging in het sociaal domein, dat het volgens ons nu niet zinvol is om een diepgaand onderzoek in te stellen. De veranderingen in het sociaal domein zijn verstrekkend en we vinden het dan ook belangrijk om hierbij een vinger aan de pols te houden. Dat doen we door in onze rekenkamerbrief een aantal aandachtspunten en risico’s te noemen die de aandacht van de raad verdienen. En we gaan de voorbereiding en invoering van de drie decentralisatie in Amsterdam op verschillende momenten monitoren.

Lees het hele onderzoek op de projectpagina.
projectpagina
2011

Buurtgericht werken

  • Bestuur en ondersteuning
  • Burgerparticipatie
  • Overige bestuurlijke zaken
  • Sociaal domein

Buurtgericht werken

Over het onderzoek
Buurt- of gebiedsgericht werken stond al enige tijd op de agenda in Amsterdam. De stadsdelen hebben hierbij vanaf het begin van hun bestaan een belangrijke rol gespeeld. Naar aanleiding van de fusie van de stadsdelen ontstond de angst dat schaalvergroting van de stadsdelen tot een grotere afstand tussen burger en politiek zou leiden. En daarmee het buurtgericht werken zou bedreigen. In Bruggen slaan met buurtgericht werken onderzochten we hoe de stadsdelen buurtgericht werken hebben ingericht, en hoe het succes ervan kon worden bepaald.

Resultaten in 2011
Het beleid is vaak nog niet uitgewerkt en bezuinigingen maken de uitvoering lastig. Ambitieus beleid vraagt om heldere afspraken over te behalen resultaten. De centrale stad en de stadsdelen moeten daarom vanuit een gedeelde visie goede afspraken maken. Bij de uitvoering is een strakke regie vanuit de centrale stad niet nuttig. De kern van buurtgericht werken is loslaten: buurtgericht werken komt vooral in buurten tot stand.

Lees het hele onderzoek op de projectpagina.
projectpagina
2011

Burgerparticipatie in Zaanstad

  • Burgerparticipatie
  • Sociaal domein

Burgerparticipatie in Zaanstad

Over het onderzoek
De gemeente Zaanstad betrekt al langere tijd haar burgers bij de voorbereiding en uitvoering van beleid. Dit gebeurt onder andere via de wijkoverleggen, klankbordgroepen, informatiebijeenkomsten, wettelijke inspraakprocedures en permanente adviesraden. We onderzochten of de gemeente haar ambities voor burgerparticipatie waarmaakt. Hierbij keken we in het bijzonder naar de burgerparticipatie via wijkoverleggen en klankbordgroepen bij stedelijke projecten. Om de ervaringen van raadsleden, wijkoverleggen en klankbordgroepen te achterhalen heeft de rekenkamer drie enquêtes uitgezet.

De resultaten
We concluderen dat burgerparticipatie via wijkoverleggen en klankbordgroepen in beperkte mate doeltreffend is. De doelstellingen van burgerparticipatie zijn niet meetbaar geformuleerd. De ambtelijke organisatie onderbouwt in startnotities onvoldoende waarom burgerparticipatie wordt toegepast. We zien verbeterpunten in de kaderstelling door raad en college en de ambtelijke professionalisering. Ook zien we verbeterpunten op het gebied van verwachtingsmanagement en de terugkoppeling door de gemeente.

Lees het hele onderzoek op de projectpagina.
projectpagina