: Samenwerking en participatie
Publieksonderzoek 2020: Groen in de stad
- Ruimtelijke ordening
- Volkshuisvesting, ruimtelijke ordening en stedelijke vernieuwing
- Wonen
Publieksonderzoek 2020: Groen in de stad
Over het onderzoek
Het groen in Amsterdam is voor veel Amsterdammers van grote waarde. Ook het college van burgemeester en wethouders onderkent het belang van groen in de stad en heeft de ambitie uitgesproken in het Coalitieakkoord (2018) om de openbare ruimte in de stad groen en gezond te houden. Met dit onderzoek wilden we in beeld brengen of er in Amsterdam voldoende, goed en bruikbaar groen is. Daarnaast bekeken we hoezeer kan worden gevolgd in welke mate het college haar ambities (in de toekomst) realiseert. Groen in de stad was het publieksonderzoek van 2020.
De resultaten in 2021
Het is niet goed mogelijk om te beoordelen of er in Amsterdam voldoende, goed en bruikbaar groen is. Hoewel het college veel ambities heeft ten aanzien van groen, is het beleid nog in ontwikkeling en ontbreken daardoor heldere normen. Dat is problematisch, omdat de stad ook moet groeien zonder dat het groen in het geding komt. Zonder goede normen kan bijvoorbeeld niet bewaakt worden of ruimtelijke ontwikkelingen niet te veel ten koste gaan van het groen.
Gemeentelijke rioolwatertaken: inrichting
- Bestuur en ondersteuning
- Deelnemingen en samenwerking
- Riolering
- Volksgezondheid en milieu
Gemeentelijke rioolwatertaken: inrichting
Over het onderzoek
Het riool heeft een belangrijke rol in onze samenleving. De gemeente Amsterdam is verantwoordelijk voor een goede werking van het riool en laat de uitvoering en het beheer ervan over aan Waternet. In dit eerste deelonderzoek naar de gemeentelijke rioolwatertaken onderzochten we de inrichting en aansturing van de gemeentelijke rioolwatertaken. De centrale vraag is: in hoeverre voeren de verschillende partijen de gemeentelijke rioolwatertaken in Amsterdam adequaat uit?
De resultaten in 2021
Op hoofdlijnen werkt de huidige inrichting naar behoren. Over het ontwerp is goed nagedacht. En de gemeente, AGV en Waternet zijn tevreden. We vinden wel dat de inrichting heroverwogen moet worden. Deze is sinds de oprichting in 1997 vrijwel niet veranderd. Door het succes van de samenwerking zijn belangrijke punten uit het oog verloren. Er zijn geen evaluaties, heroverwegingen en herijkingen geweest. Hierdoor is de toekomstbestendigheid van de inrichting in gevaar gekomen. Dit resulteert in incidenten en problemen. Ook is er sprake van een gebrek aan professioneel-kritische houding van het stichtingsbestuur naar de directie toe.
Verduurzaming warmtevoorziening met warmtenetten
- Bestuur en ondersteuning
- Deelnemingen en samenwerking
- Milieu
- Volksgezondheid en milieu
- Volkshuisvesting, ruimtelijke ordening en stedelijke vernieuwing
- Wonen
Verduurzaming warmtevoorziening met warmtenetten
Over het onderzoek
Nederland gaat van het aardgas af. In de gesprekken over de verduurzaming van de warmtevoorziening van Amsterdam nemen warmtenetten al lang een belangrijke plaats in. Voordat we besloten onderzoek uit te voeren naar dit onderwerp, voerden we eerst een verkennend onderzoek uit naar het beleid van de gemeente over de verduurzaming van de warmtevoorziening.
De resultaten in 2019
We constateren dat er een door de gemeenteraad vastgesteld beleidskader ontbreekt voor het verduurzamen van de warmtevoorziening. Daarnaast zijn de beoogde effecten concreet, maar missen deze scherpte. We zien ook dat het beleidsdoel helder en concreet is geformuleerd. Echter zijn de middelen onvoldoende helder en concreet. Tot slot concluderen we dat het beleid niet tijdig is vastgesteld.
Brandweerzorg in de Amsterdamse haven
- Bestuur en ondersteuning
- Deelnemingen en samenwerking
- Veiligheid
- Veiligheid
Brandweerzorg in de Amsterdamse haven
Over het onderzoek
De haven van Amsterdam heeft een bijzonder risicoprofiel. Dat komt, omdat er veel bedrijven zitten met grote hoeveelheden gevaarlijke stoffen. Daarom kunnen de gevolgen van een brand in de Amsterdamse haven een grote impact hebben. Daarnaast blijkt de brandweer niet altijd binnen de wettelijke norm van 8 minuten aanwezig te kunnen zijn. In Brandweerzorg in de Amsterdamse haven onderzochten we de risico’s in de haven: in hoeverre is de brandweerzorg in de Amsterdamse haven (gezien de risico’s) adequaat? En wordt de gemeenteraad hierbij betrokken?
De resultaten in 2018
De brandweer heeft de afgelopen jaren veel maatregelen genomen om de risico’s in de haven te beheersen. Bij de uitvoering zijn echter nog de nodige tekortkomingen. De gemeenteraad krijgt alle informatie over brandweerzorg die het college verplicht is om te geven en is voldoende geïnformeerd over de brandweerzorg in de haven. Het kan echter tijdiger, duidelijker en vollediger. De Amsterdamse gemeenteraad stelt redelijk vaak vragen, ook over de brandweerzorg in de haven. De jaarstukken van de veiligheidsregio Amsterdam-Amstelland krijgen daarbij echter weinig aandacht, terwijl die wel relevante informatie bevatten.
Lees het hele onderzoek op de projectpagina.
Subsidies maatschappelijke en bewonersinitiatieven
- Burgerparticipatie
- Sociaal domein
- Uitkeringen en arbeid
- Wmo en zorg
Subsidies maatschappelijke en bewonersinitiatieven
Over het onderzoek
Sinds half 2016 kunnen de stadsdelen in Amsterdam subsidies verstrekken voor maatschappelijke en bewonersinitiatieven. In Subsidies maatschappelijke en bewonersinitiatieven onderzochten we in hoeverre deze subsidies doelmatig, doeltreffend en rechtmatig worden besteed, en in welke mate de subsidieaanvragers tevreden zijn over de facilitering door de gemeente.
De resultaten in 2018
We hebben per stadsdeel in beeld gebracht hoe ze omgaan met maatschappelijke en bewonersinitiatieven. Zowel de werkwijzen als de subsidiebudgetten verschillen per stadsdeel. In 2017 hebben de stadsdelen tezamen bijna 1.600 initiatieven ondersteund. We concluderen dat het beleid om initiatieven te ondersteunen redelijk doeltreffend is geweest. Het is echter wel de vraag of de initiatieven ook hebben geleid tot het realiseren van de beoogde doelen. Een overkoepelende analyse van de behaalde resultaten ontbreekt. Ook heeft de gemeente geen goed beeld van de organisatorische doelmatigheid, omdat er geen enkel inzicht is in de uitvoeringskosten. Verder zagen we dat veel initiatiefnemers niet tevreden zijn over de ondersteuning. Dit heeft te maken met de vele ingewikkelde regels en de tekortschietende informatievoorziening.
Grip op Westpoort Warmte
- Bestuur en ondersteuning
- Deelnemingen en samenwerking
- Economie
- Economie
- Ruimtelijke ordening
- Volkshuisvesting, ruimtelijke ordening en stedelijke vernieuwing
Grip op Westpoort Warmte
Over het onderzoek
Amsterdam wil bijdragen aan het behalen van de klimaatdoelstellingen van Parijs door de warmtevoorziening in de stad te verduurzamen. Er zijn al vanaf de negentiger jaren twee grote warmtenetten in de stad. Het grootste netwerk is in bezit van Nuon Warmte en het kleine westelijk netwerk is eigendom van Westpoort Warmte. In Grip op Westpoort Warmte onderzochten we de wijze waarop de gemeente Amsterdam sturing gaf aan en verantwoording aflegde over Westpoort Warmte B.V.
De resultaten in 2018
Er zijn verschillende gebiedsuitbreidingen geweest. Bij elke gebiedsuitbreiding moeten de oorspronkelijke afspraken worden aangepast. Dat gebeurt slordig of niet. Daarnaast is de structuur van WPW na oprichting niet meer gewijzigd. Daarom is de structuur nu complex en gedateerd. Tot slot wordt de kennisachterstand over WPW bij de gemeente steeds groter: belangrijke risico’s worden niet gedeeld met de raad. En deze risico’s worden daarom niet betrokken bij het besluitvormingsproces.
Wachten op opvang
- Sociaal domein
- Wmo en zorg
Wachten op opvang
Over het onderzoek
In Wachten op opvang onderzochten we twee opvangketens: opvang van dak- en thuisloze (maatschappelijke opvang) en beschermd wonen. In Amsterdam hebben in 2016 ten minste 1.612 daklozen zich gemeld bij de gemeente om toegang te krijgen tot maatschappelijke opvang. Voor beschermd wonen meldden hulpverleners 1.246 cliënten aan. Niet iedereen die zich meldt krijgt ook toegang tot opvang. En als is besloten dat cliënten recht hebben op opvang, moeten zij in de praktijk vaak wachten op een plaats in een voorziening. We onderzochten in hoeverre het gemeentebestuur een adequate toegang realiseerde tot de opvang voor (dreigend) dak- en thuislozen. En in hoeverre dit bestuur in voldoende mate de belemmeringen wegnam om uit de opvangketen in-, door- en uit te stromen.
De resultaten in 2017
Het college spant zich in om de maatschappelijke opvang en het beschermd wonen op passende en integrale wijze te bieden aan iedereen die daar recht op heeft. In 2016 werden ruim 3.500 mensen opgevangen. Toch is het voor daklozen en mensen met een psychiatrische problematiek niet eenvoudig om een opvangplaats te krijgen die past bij hun situatie. Het toegangsproces is complex en door gebrek aan opvangplaatsen moeten zij gemiddeld een jaar wachten. Verandert hun situatie op enig moment nadat ze geplaatst zijn, dan worden cliënten opnieuw op een wachtlijst gezet. Het college heeft geen zicht op de effectiviteit van de ondersteuning en door het vele wachten en de tekortschietende ondersteuning wordt de zorg nodeloos duur en kunnen mensen hun situatie niet verbeteren.
Grip op samenwerkingsverbanden Zaanstad
- Bestuur en ondersteuning
- Deelnemingen en samenwerking
- Externe dienstverlening
Grip op samenwerkingsverbanden Zaanstad
Over het onderzoek
Gemeenten voeren steeds meer taken uit in samenwerking met anderen. Dit maakt het voor raadsleden lastig om overzicht en grip te houden op de samenwerkingsverbanden. We onderzochten hoe dit in Zaanstad is.
De resultaten
Wij concluderen dat het Zaanse college de raad op voldoende wijze ondersteunt en de raad overwegend grip heeft op samenwerkingen. Het kan echter beter. Er wordt nog niet gebruikgemaakt van alle mogelijkheden. We hebben vier aanbevelingen voor het college en drie voor de raad.
Mantelzorgondersteuning (2016)
- Sociaal domein
- Wmo en zorg
Mantelzorgondersteuning (2016)
Over het onderzoek
Met de decentralisaties op het gebied van jeugd, zorg en werk zijn gemeenten per 2015 verantwoordelijk geworden voor nieuwe taken en doelgroepen. Naar aanleiding van de verkenning Vernieuwing van het sociaal domein (2013) besloten we de voorbereiding en invoering van drie decentralisaties te monitoren. Mantelzorgondersteuning maakt daar deel van uit.
De resultaten in 2016
De belangrijkste conclusie is dat er binnen de gemeente Amsterdam veel gebeurt op het gebied van mantelzorgondersteuning, maar dat het mist aan richting en overzicht. Doelen zijn niet helder geformuleerd, het is lastig om greep te houden op de ingezette activiteiten en met name het beschikbare budget van de stadsdelen is onvoldoende transparant. Daarnaast bestaat er geen stadsbreed inzicht in geleverde prestaties en resultaten. Daardoor kan de effectiviteit van het gehele mantelzorgbeleid alleen worden beoordeeld op grond van een vierjaarlijkse steekproef. Ten slotte concluderen we dat er meer maatwerk nodig is bij het aanbieden van ondersteuning voor de mantelzorgers.
Afval Energie Bedrijf
- Bestuur en ondersteuning
- Deelnemingen en samenwerking
- Economie
- Economie
Afval Energie Bedrijf
Over het onderzoek
De gemeente Amsterdam heeft per 1 januari 2014 het Afval Energie Bedrijf (AEB) Amsterdam verzelfstandigd. In de loop van 2014 meldde de directie dat de financiële resultaten tegenvielen. Hierdoor moest de gemeente de dividendverwachtingen naar beneden bijstellen. Ook heeft zij de waarde van het Afval Energie Bedrijf afgewaardeerd. Deze tegenvallende resultaten waren voor de gemeenteraad aanleiding om ons te verzoeken onderzoek te doen. We onderzochten of het besluitvormingsproces van de verzelfstandiging adequaat is geweest.
De resultaten in 2015
We concluderen dat de gemeente het verzelfstandigingsproces heeft onderschat. De besluitvorming door de raad heeft onder tijdsdruk plaatsgevonden. Er is onvoldoende rekening gehouden met branche- en bedrijfsspecifieke omstandigheden. De historische resultaten van het AEB zijn onvoldoende geanalyseerd, Bij de gemeente ontbreekt de expertise om de prognoses goed te beoordelen. De risico’s van de transitieprojecten zijn bekend, maar zijn onvoldoende gecommuniceerd. Ten tijde van het verzelfstandigingsproces was al duidelijk dat afwaardering van het bedrijf noodzakelijk was, maar de waarde van AEB op de openingsbalans is niet naar beneden bijgesteld. We denken dat het tekortschietend besluitvormingsproces echter geen invloed heeft gehad op de beslissing om AEB te verzelfstandigen. Een beter besluitvormingsproces had wel een beter inzicht opgeleverd in de haalbaarheid van de verschillende transitieprojecten en waarde van het AEB ten tijde van de verzelfstandiging.
Glasvezel in Amsterdam
- Bestuur en ondersteuning
- Deelnemingen en samenwerking
- Ruimtelijke ordening
- Volkshuisvesting, ruimtelijke ordening en stedelijke vernieuwing
Glasvezel in Amsterdam
Over het onderzoek
De gemeente Amsterdam wil de hele stad zo snel mogelijk voorzien van een fijnmazig glasvezelnet met zo min mogelijk gemeentelijke middelen. Daarom richtte de gemeente met private partijen het bedrijf Glasvezelnet Amsterdam BV (GNA) op. De gemeente Amsterdam ziet de aanleg van glasvezel als een publieke taak waarvoor zij verantwoordelijk is. Ze kan die verantwoordelijkheid op verschillende manieren invullen. Wij onderzochten of er bijstelling nodig is in de manier waarop de gemeente haar publieke taak via GNA uitvoert. En of er meer algemene lessen zijn te trekken over het deelnemingenbeleid.
Resultaten
We concluderen dat voorafgaand aan de start goed is nagedacht over de uitgangspunten van dit samenwerkingsverband met private partners waarmee de aanleg wordt gerealiseerd, maar dat de uitwerking van het beleid hiaten vertoont en de controle op de uitvoering onvoldoende is geweest.
Sociale werkvoorziening in Amsterdam (2015)
- Bestuur en ondersteuning
- Deelnemingen en samenwerking
- Sociaal domein
- Uitkeringen en arbeid
Sociale werkvoorziening in Amsterdam (2015)
Over het onderzoek
Begin 2010 stonden sociale werkplaatsen voor grote beleidsmatige veranderingen met grote financiële gevolgen. In Sociale werkvoorziening in Amsterdam (2011) onderzochten we de voorbereiding op deze veranderingen door de gemeente en Pantar. Ook keken we naar de doelmatigheid en doeltreffendheid van de sociale werkvoorziening. In 2015 voerden we een opvolgingsonderzoek uit, waarin we nagingen in welke mate uitvoering is gegeven aan de aanbevelingen uit het rapport uit 2011.
Resultaten in 2015
Uit het onderzoek blijkt dat het college serieus aan de slag is gegaan met onze aanbevelingen. Het college heeft de extra tijd die ontstond voor de invoering van de Participatiewet benut om zich goed voor te bereiden. Naar aanleiding van de aanbevelingen die niet helemaal zijn uitgevoerd, brachten we twee punten onder de aandacht van de raad.
Huisvuilcentrale Alkmaar (2014)
- Bestuur en ondersteuning
- Deelnemingen en samenwerking
- Externe dienstverlening
Huisvuilcentrale Alkmaar (2014)
Over het onderzoek
In juni 2013 besloten 17 rekenkamer(commissie)s om gezamenlijk onderzoek te doen naar de Huisvuilcentrale Alkmaar (HVC). De HVC is een structuurvennootschap in eigendom van 48 gemeenten en 6 waterschappen, waaronder de gemeente Zaanstad. Het doel van het onderzoek is om inzichtelijk te maken op welke wijze de gemeente Zaanstad invulling geeft aan de sturing en controle van de verbonden partij HVC.
De resultaten
De samenwerking van Zaanstad met andere gemeenten om het afval te laten verbranden door het gezamenlijk bedrijf HVC kent een lange historie. Er is echter ook veel veranderd in de samenwerking, het bedrijf HVC en de regionale en nationale (huis)afvalmarkt. Daardoor is de huidige werkwijze complex en moeilijk te doorgronden. Daarnaast lopen de betrokken gemeenten momenteel veel meer risico’s dan vroeger. De informatievoorziening daarover voldoet aan de voorschriften, maar schiet toch tekort om de raadsleden die uiteindelijk verantwoordelijk zijn goed te informeren.
Vernieuwing sociaal domein
- Sociaal domein
- Uitkeringen en arbeid
Vernieuwing sociaal domein
Over het onderzoek
In 2013 voerden wij een verkenning uit naar de vernieuwing in het sociaal domein. De aanleiding voor deze verkenning was dat het sociaal domein een groot en complex veranderingsproces onderging, waarmee veel Amsterdammers te maken zouden krijgen en waarmee veel geld is gemoeid. Het belang van het sociaal domein groeit. Geschat werd dat het gemeentelijke inkoopbudget in 2015 voor circa 55% naar het sociale domein zou gaan, terwijl dit in de jaren negentig nog 25% was. Door de toenemende taken vanuit de decentralisatie van jeugd, ABWZ en participatie kreeg de raad ook een grotere kaderstellende en controlerende rol in het sociaal domein.
De resultaten in 2013
Er is nog zoveel in beweging in het sociaal domein, dat het volgens ons nu niet zinvol is om een diepgaand onderzoek in te stellen. De veranderingen in het sociaal domein zijn verstrekkend en we vinden het dan ook belangrijk om hierbij een vinger aan de pols te houden. Dat doen we door in onze rekenkamerbrief een aantal aandachtspunten en risico’s te noemen die de aandacht van de raad verdienen. En we gaan de voorbereiding en invoering van de drie decentralisatie in Amsterdam op verschillende momenten monitoren.
Gemeentelijke regie in het jeugddomein
- Sociaal domein
- Wmo en zorg
Gemeentelijke regie in het jeugddomein
Over het onderzoek
Door de overheveling van taken van het Rijk en de stadsregio naar de gemeente wordt de gemeente Amsterdam in 2015 verantwoordelijk voor een fors budget voor de jeugdzorg. Dit stelt steeds hogere eisen aan de regievoering door de gemeente. Wij onderzochten twee reguliere aanpakken binnen het jeugddomein: de aanpak van risicojongeren in de jeugdnetwerken 12+ en de aanpak van risico- en multiprobleemgezinnen. Daarnaast onderzochten we hoe de gemeente haar regiefunctie invult bij de Top600-aanpak en welke lessen daaruit te trekken zijn voor de gemeentelijke regie in het jeugddomein.
De resultaten in 2013
We concluderen dat het informatiesysteem waarin de gemeente al veel investeerde onvoldoende wordt benut. De gemeente voert op veel plekken binnen het jeugddomein regie. Het onderzoek laat zien dat daar nog het nodige kan worden verbeterd. De gemeente heeft haar rol richting externe partners en de taakverdeling tussen stad en stadsdelen niet altijd even helder gedefinieerd. Voor de verbetering van de regierol kan worden gekeken naar de wijze waarop de gemeente regie voert binnen de Top600-aanpak. Daaruit blijkt onder andere dat bestuurlijke aandacht, monitoring van resultaten en commitment van de partners belangrijke elementen zijn voor goede regie.
Nazorg aan gedetineerden (2013)
- Sociaal domein
- Veiligheid
- Veiligheid
- Wmo en zorg
Nazorg aan gedetineerden (2013)
Over het onderzoek
De gemeente Amsterdam onderneemt veel activiteiten waarvan gedetineerden baat kunnen hebben bij terugkomst in de samenleving. Hoewel de Top600-aanpak wellicht de meest bekende is, heeft Amsterdam ook een reguliere aanpak die gebaseerd is op landelijke afspraken. Door de voortdurende politieke en maatschappelijke belangstelling voor veiligheid en het voorkomen van recidive, besloten we hier een onderzoek naar uit te voeren.
De resultaten in 2013
We concluderen dat een helder integraal beleidskader en bijbehorend budget ontbreekt, en dat de samenhang onduidelijk is tussen het reguliere nazorgbeleid, het bestaand beleid voor bijzondere doelgroepen en de algemene voorzieningen. De huidige nazorg kan dus beter.
Toezicht op de voorscholen (2012)
- Onderwijs
- Onderwijs
- Veiligheid
- Veiligheid
Toezicht op de voorscholen (2012)
Over het onderzoek
In 2012 hoopt de gemeente Amsterdam taalachterstanden bij jonge kinderen definitief tegen te gaan met een speciaal programma voor voorschoolse educatie, gericht op peuters van 2,5 tot 4 jaar. Het toezicht op deze voorscholen is hierbij vooralsnog een relatief onderbelicht aspect. Goed toezicht is nodig om de kwaliteit van de voorscholen te verbeteren. In 2012 hebben wij beperkt onderzoek gedaan naar het gemeentelijk toezicht op de voorscholen in Amsterdam.
De resultaten in 2012
We concluderen dat het toezicht professioneel is. Maar het is in mindere mate onafhankelijk, samenwerkend en transparant. De belangrijkste knelpunten zijn dat het toezicht op de voorscholen nog niet voldoende selectief (risicogestuurd) en slagvaardig is. Dat laatste betekent dat de gemeente niet altijd ingreep en consequenties verbind aan overtredingen bij voorscholen.
Toezicht bij GVB
- Bestuur en ondersteuning
- Deelnemingen en samenwerking
- Infrastructuur
- Verkeer en vervoer
- Verkeer, vervoer en waterstaat
Toezicht bij GVB
Over het onderzoek
Op 26 juni 2012 verzocht de gemeenteraad ons onderzoek te doen naar het toezicht bij GVB. Hierbij werden we gevraagd ons te richten op de rol van de Raad van Commissarissen (RvC) en de rol van de aandeelhouder (de gemeente). De gemeenteraad wilde van de ervaringen bij GVB leren voor de inrichting van de toezichtstructuur bij de eventuele verzelfstandiging van de Haven Amsterdam.
De resultaten in 2012
Uit het onderzoek blijkt dat de commissarissen in de periode 2007-2012 grote inzet en betrokkenheid hadden getoond bij GVB. Ook blijkt dat de RvC de code voor goed bestuur onderschreef, maar er op onderdelen niet aan voldeed. Verder blijkt dat de RvC weinig kritisch was geweest op zijn eigen functioneren en ook onvoldoende transparant was geweest in de wijze waarop hij zijn taak uitvoerde.
Buurtgericht werken
- Bestuur en ondersteuning
- Burgerparticipatie
- Overige bestuurlijke zaken
- Sociaal domein
Buurtgericht werken
Over het onderzoek
Buurt- of gebiedsgericht werken stond al enige tijd op de agenda in Amsterdam. De stadsdelen hebben hierbij vanaf het begin van hun bestaan een belangrijke rol gespeeld. Naar aanleiding van de fusie van de stadsdelen ontstond de angst dat schaalvergroting van de stadsdelen tot een grotere afstand tussen burger en politiek zou leiden. En daarmee het buurtgericht werken zou bedreigen. In Bruggen slaan met buurtgericht werken onderzochten we hoe de stadsdelen buurtgericht werken hebben ingericht, en hoe het succes ervan kon worden bepaald.
Resultaten in 2011
Het beleid is vaak nog niet uitgewerkt en bezuinigingen maken de uitvoering lastig. Ambitieus beleid vraagt om heldere afspraken over te behalen resultaten. De centrale stad en de stadsdelen moeten daarom vanuit een gedeelde visie goede afspraken maken. Bij de uitvoering is een strakke regie vanuit de centrale stad niet nuttig. De kern van buurtgericht werken is loslaten: buurtgericht werken komt vooral in buurten tot stand.
Burgerparticipatie in Zaanstad
- Burgerparticipatie
- Sociaal domein
Burgerparticipatie in Zaanstad
Over het onderzoek
De gemeente Zaanstad betrekt al langere tijd haar burgers bij de voorbereiding en uitvoering van beleid. Dit gebeurt onder andere via de wijkoverleggen, klankbordgroepen, informatiebijeenkomsten, wettelijke inspraakprocedures en permanente adviesraden. We onderzochten of de gemeente haar ambities voor burgerparticipatie waarmaakt. Hierbij keken we in het bijzonder naar de burgerparticipatie via wijkoverleggen en klankbordgroepen bij stedelijke projecten. Om de ervaringen van raadsleden, wijkoverleggen en klankbordgroepen te achterhalen heeft de rekenkamer drie enquêtes uitgezet.
De resultaten
We concluderen dat burgerparticipatie via wijkoverleggen en klankbordgroepen in beperkte mate doeltreffend is. De doelstellingen van burgerparticipatie zijn niet meetbaar geformuleerd. De ambtelijke organisatie onderbouwt in startnotities onvoldoende waarom burgerparticipatie wordt toegepast. We zien verbeterpunten in de kaderstelling door raad en college en de ambtelijke professionalisering. Ook zien we verbeterpunten op het gebied van verwachtingsmanagement en de terugkoppeling door de gemeente.
Brede scholen
- Onderwijs
- Onderwijs
Brede scholen
Over het onderzoek
Goed onderwijs staat van oudsher in de maatschappelijke belangstelling. Sinds de laatste jaren van de vorige eeuw is er belangstelling voor de samenwerking tussen onderwijs, zorg en welzijn in de zogenaamde brede school. Ook in Amsterdam is dit initiatief al snel opgepakt. In de jaren negentig ontstonden in Amsterdam de eerste brede scholen of voorlopers daarvan. We onderzochten de stand van zaken van de ontwikkeling van brede scholen in de (voormalige) stadsdelen, die tot juni 2010 bij de Rekenkamer Stadsdelen Amsterdam waren aangesloten.
De resultaten in 2010
Over brede scholen bestaat veel onduidelijkheid. Ouders kunnen daardoor bij de keuze van een school nooit op het etiket ‘brede school’ afgaan, maar moeten altijd nagaan welke concrete voorzieningen en activiteiten een school biedt. Door de onduidelijkheid zijn de resultaten en effecten van brede scholen nauwelijks na te gaan.