Nieuws

2014

Met het onderzoek Transformatie jeugdzorg wil de rekenkamer inzicht krijgen in de voorbereiding van de gemeente op de decentralisatie van de jeugdzorg. Daarbij kijken we naar het functioneren van de nieuwe wijkgerichte jeugdteams en het risicobeheer door de gemeente.

 

Verwijderen de stadsdelen Centrum, Oost en West fietsen rechtmatig, transparant en efficiënt? De rekenkamer constateert dat fietsen meestal rechtmatig worden verwijderd. Er valt wel veel winst te behalen in communicatie en efficiëntie.

Onder de titel ‘Afstand nemen van afval’ zijn op 15 mei de onderzoeksresultaten openbaar geworden van het rekenkameronderzoek naar de Huisvuilcentrale Alkmaar. Op 27 mei worden de resultaten gepresenteerd in het Zaanstad Beraad.

Op de agenda van de bestuurscommissie staat een kennismaking met de rekenkamer.  Daarbij gaat het onder andere over de vraag wat de de rekenkamer voor bestuurscommissies kan betekenen. Een ander agendapunt is het toelatingsbeleid basisscholen in Amsterdam. De rekenkamer heeft daar een korte verkenning naar uitgevoerd.

De rekenkamer Zaanstad heeft onderzocht hoe Zaanstad grip houdt op de huisvuilcentrale Alkmaar (HVC). De aansturing blijkt ingewikkeld, de informatievoorziening niet altijd optimaal en de risico´s nemen toe. Zie voor verdere resultaten Afstand nemen van afval op deze website.

De gemeenteraad van Zaanstad praat in Zaanstad Beraad op 8 mei over de organisatieontwikkeling. Het college laat daarbij een uitgebreide toelichting geven op de aanpak die is gevolgd. Deze reactie van het college op vragen uit de raad is een snelle reactie op de derde aanbeveling in de rekenkamerbrief. Daarin wordt aanbevolen om alert te zijn op momenten waarin het zinvol is om de gemeenteraad te informeren over organisatieontwikkeling.

Op 7 mei is er een introductiebijeenkomst voor nieuwe leden van de gemeenteraad Amsterdam. Bij het onderdeel ‘organen’  van de raad introduceert ook de rekenkamer zichzelf. Daarbij komt aan de orde: de taak van de rekenkamer, de lastige kanten van openbaarmaking van rapporten, de mogelijkheden van raadsleden om de onderzoeksagenda te beinvloeden en een paar voorbeelden van onderzoek.

Waarom vindt de rekenkamer het belangrijk om de juridische kwaliteitszorg na de grote gemeentelijke reorganisatie uitgebreider te gaan onderzoeken? Over deze vraag gaat de Verkenning juridische kwaliteitszorg.

De vragen van raadsleden op de bijeenkomst in de raadszaal op 3 april gingen over het maken van een onderzoeksprogramma en het uitvoeren van onderzoek. De rekenkamer gaf aan daarbij transparant en zorgvuldig te werken en wees daarbij op de beleidsvisie en de werkwijzer met spelregels. In antwoord op een vraag over de decentralisaties in het sociaal domein, wees de rekenkamer op het onderzoek naar de huidige voorbereidingen op de decentralisaties. In Amsterdam is dat onderzoek al gestart onder de titel Proeftuinen Om het Kind, maar binnenkort zal ook worden begonnen met onderzoek naar de voorbereiding in Zaanstad.

Onder leiding van de griffier gaat de rekenkamer kennismaken met de raadsleden in Zaanstad. De raadsleden kunnen vragen stellen over de wijze waarop de rekenkamer hen kan helpen bij het raadswerk.

Ruim drie jaar na het verschijnen van het  rapport Armoedebeleid in Amsterdam. De inzet van inkomensondersteunende maatregelen onderzocht de rekenkamer op welke wijze het college uitvoering heeft gegeven aan de tien aanbevelingen uit het rapport. De resultaten van het onderzoek zijn opgenomen in de rekenkamerbrief opvolgingsonderzoek Armoedebeleid in Amsterdam. We constateren dat van de tien aanbevelingen er niet één volledig is uitgevoerd, zeven aanbevelingen zijn nog in uitvoering, ééhttps://www.rekenkamer.amsterdam.nl/onderzoek/opvolgingsonderzoek-armoedebeleid-amsterdam/n is er gedeeltelijk uitgevoerd en twee zijn er niet uitgevoerd. Het is jammer dat de aanbevelingen niet voortvarender zijn aangepakt omdat dit ertoe leidt dat de knelpunten die wij in 2010 signaleerden ook in 2014 nog steeds actueel zijn. In 2015 zullen we daarom opnieuw onderzoeken  in hoeverre de aanbevelingen zijn uitgevoerd.

De rekenkamer onderzocht of de overschrijding op de Oostlijn kon worden opgevangen binnen het Meerjaren Vervangingsprogramma Metro (MVP Metro). Dat lijkt het geval te zijn. Het convenant met de Stadsregio Amsterdam biedt voldoende financiële ruimte om de geraamde uitgaven voor het totale vervangingsonderhoud te dekken. Toch is de kans op financiële problemen reëel. De ramingen zijn nog in ontwikkeling en de afspraken in het convenant vaag. Bovendien zijn er aanvullende risico’s waardoor de kans op  een financieel tekort bij het metro-vervangingsonderhoud groter wordt.

In het Zaanstad Beraad van 30 januari wordt het onderzoek Organisatieontwikkeling behandeld. De gemeente maakt bij het proces van organisatieontwikkeling gebruik van waarderend onderzoek als aanpak. De keuze voor deze aanpak biedt kansen én brengt risico’s met zich mee. In het onderzoek zijn we nagegaan in hoeverre de gemeente Zaanstad gebruik heeft gemaakt danwel rekening heeft gehouden met deze kansen en risico’s.

In juli 2012 heeft de rekenkamer het onderzoek Riolering in Zaanstad gepubliceerd. Twee van de aanbevelingen uit het onderzoek waren gericht op verbetering van de bestuurlijke informatievoorziening aan de gemeenteraad. In het Zaanstad Beraad van vanavond wordt de eerste Voortgangsrapportage gemeentelijk rioolbeheer voorgelegd aan de gemeenteraad. Doel van deze bespreking is om te bepalen of de rapportage voldoet aan de informatiebehoefte van de gemeenteraad.

Vandaag heeft de commissie Bouwen, Wonen en Klimaat (BWK) het rapport van de rekenkamer Proceskosten Grondexploitaties besproken. Commissieleden spraken hun waardering uit over het onderzoek van de rekenkamer en ook over het werk van de wethouder. Uit het rapport komt het beeld naar voren dat er veel inspanningen zijn verricht om de proceskosten terug te dringen en dat het ook gelukt is om de kosten aanzienlijk te laten dalen. Er zijn nog wel een aantal verbeterpunten. Zo bestaat er een verschuivingsrisico tussen verschillende soorten proceskosten. Ook is de verantwoordelijkheidsverdeling tussen de centrale stad en toekomstige bestuurscommissies over de beheersing van (proces)kosten nog niet helder. Het college neemt, met enige kanttekeningen, alle aanbevelingen over. De commissie neemt de aanbevelingen ook over en besluit dat het als een hamerstuk naar de gemeenteraad van 12 februari kan.

Sinds 1995 bestaat voor huiseigenaren in Zaanstad de mogelijkheid om het recht van erfpacht om te zetten naar vol eigendom. In 2007 zijn de regels gewijzigd, waardoor het afkoopbedrag aanzienlijk hoger werd. De rekenkamer heeft onderzocht of de erfpachters (actief) zijn geïnformeerd over de gewijzigde regels en of deze wijzigingen zijn geëvalueerd door het college. Ook hebben wij onderzocht of er erfpachters zijn geweest die het erfpachtrecht onder de oude en gunstigere regels mochten omzetten, terwijl deze gunstigere regeling al was ingetrokken.

 

Op 15 januari 2014 is de rekenkamerbrief Verdieping informatiewaarde van de begroting aangeboden aan de raadscommissie JIF. Met deze brief informeren wij de gemeenteraad over de uitkomsten van twee vervolgonderzoeken naar aanleiding ons rapport Informatiewaarde van de begroting uit februari 2013. Bij het eerste vervolg­onderzoek heeft de rekenkamer onderzocht of de gemeentelijke diensten de doelstellingen en indicatoren uit de gemeentebegroting hebben door­vertaald binnen hun bedrijfsvoering. Bij het tweede vervolgonderzoek is nagegaan of de buurtbegroting van Stadsdeel Oost van nut kan zijn voor raadsleden en stadsdeel­raadsleden. De buurtbegroting is een door het stadsdeel Oost ontwikkelde website waarin per buurt inzicht wordt gegeven in opgaven, activiteiten en de daarvoor beschikbare budgetten.

De rekenkamer heeft onderzocht hoe de proceskosten bij grondexploitaties in de gemeente Amsterdam zich de afgelopen jaren heeft ontwikkeld. Uit het onderzoek blijkt dat de proceskosten sinds 2010 flink zijn gedaald. Beschikbare budgetten zijn echter wel regelmatig overschreden. De gemeente lijkt de proceskosten nu redelijk in de greep te hebben, al zijn er nog wel een aantal verbeterpunten. De resultaten van het onderzoek Proceskosten Grondexploitaties zijn te lezen op deze website. Het onderzoek zal op 29 januari in de commissievergadering van BWK (Bouwen, Wonen en Klimaat.) worden besproken.

 

2013

De Amsterdamse rekenkamer was met haar onderzoek over erfpacht vanmiddag één van de genomineerden voor de Goudvink voor het beste rekenkameronderzoek uit 2012.  De jury vond dat de rekenkamer uiterst zorgvuldig met een erg politiek onderwerp was omgegaan. Uiteindelijk ging de prijs naar Breda voor een onderzoek naar grondbeleid. De prijs is uitgereikt door Ferd Crone. Hij is burgemeester van Leeuwarden en tevens voorzitter van de Goudvink jury. Bij het genomineerde onderzoek van de Amsterdamse rekenkamer gaat het om een onderzoek dat de rekenkamer in 2012 heeft gepubliceerd over de Canonherziening Erfpacht, eind tijdvak.

 

De Nederlandse Vereniging van Rekenkamers en Rekenkamercommissies heeft een onderzoek van de rekenkamer Amsterdam genomineerd als kandidaat voor de Goudvink. Daarnaast zijn er nog vier andere onderzoeken voorgedragen. De beslissing valt vanmiddag. De Goudvink is een prijs, ingesteld door de vereniging voor het beste rekenkameronderzoek. Bij de nominatie gaat het om een onderzoek dat de rekenkamer in 2012 heeft gepubliceerd over de Canonherziening Erfpacht, eind tijdvak.

Op initiatief van GroenLinks en PvdA wordt er vanavond in het Zaans Beraad aandacht besteed aan het opvolgingsonderzoek De Wmo in Zaanstad, het persoonsgebonden budget voor huishoudelijke hulp. Omdat de gemeente Zaanstad op korte termijn geconfronteerd wordt met drie grote decentralisaties in het sociaal domein, achten beide fracties het van belang om de conclusies uit het rapport en de daaropvolgende bestuurlijke reactie te bespreken met de wethouder en de andere fracties.

De rekenkamer heeft een verkenning uitgevoerd naar het proces van verandering van de gemeentelijke organisatie in Zaanstad. Naar aanleiding van de verkenning is besloten om geen diepgaand onderzoek uit te voeren. Het was te vroeg voor een evaluatie. Wel leek het ons zinvol om de gemeenteraad via een rekenkamerbrief op de hoogte te stellen van een aantal bevindingen over de ontwikkeling van de gemeentelijke organisatie. De gemeente gebruikt bij de organisatieontwikkeling een waarderend onderzoek aanpak. Een nieuwe aanpak kan verfrissend werken en nieuwe kansen creëren. In de verkenning is nagegaan of de gemeente voldoende ingespeeld heeft op die kansen en ook oog heeft voor risico’s van de gekozen werkwijze. De conclusie is dat de gemeente meer aandacht moet besteden aan de communicatie met medewerkers over wat er met hun inbreng wordt gedaan en aan de transparantie van het hele ontwikkelingsproces.

De rekenkamer heeft onderzocht hoe de doelmatige organisatieontwikkeling in de gemeente Amsterdam verloopt. Op basis van documentanalyse, interviews, informatie over 115 unieke reorganisaties en gegevens over 500 boventallige ambtenaren is nagegaan in hoeverre de gemeente Amsterdam doelmatig reorganiseert. De resultaten van het onderzoek Reorganiseren in Amsterdam zijn te lezen op deze website. Het onderzoek zal op 12 december 2013 in de commissievergadering van EZP (Economische Zaken, Bedrijven en Personeel) door de gemeenteraad worden besproken.

Er gaat door de decentralisaties van taken naar de gemeente de komende jaren veel veranderen in het sociaal domein De veranderingen zijn verstrekkend en het is belangrijk een vinger aan de pols te houden. De rekenkamer zal daarom op basis van eigen risicoanalyse de invoering van decentralisaties in Amsterdam en Zaanstad de komende jaren gaan volgen. Raadsleden, maar ook professionals en geïnteresseerde burgers kunnen aandachtspunten aandragen voor dit monitoronderzoek. Klik op de button op homepagina voor een formulier.

De rekenkamer voerde in de periode september-november 2013 een verkennend onderzoek uit naar de renovatie van de Oostlijn. Daaruit heeft zij twee conclusies getrokken. We vinden dat een uitvoerig onderzoek naar de renovatie Oostlijn zinvol en nuttig is. We starten met dit onderzoek na de afronding van de tunnelwerkzaamheden en de gebruiksmelding in juni 2014. Daarnaast zijn de eerste bevindingen over de dekking van het financieel tekort bij renovatie Oostlijn uit het Meerjaren Vervangingsprogramma Metro-infrastructuur voor ons aanleiding om dit de komende weken nog nader te onderzoeken. In februari 2014 zullen we de raad daarover nader informeren. Ons besluit hebben we toegelicht in een brief aan de gemeenteraad.

De centrale stad, de stadsdelen, de woningcorporaties en de Huurdersvereniging Amsterdam hebben in 2011 in de overeenkomst Bouwen aan de stad II afspraken gemaakt over onder meer de verkoop van huurwoningen, nieuwbouw, energiebesparende maatregelen, wijkaanpak en de verhuur van woningen (aanbiedingsafspraken). De rekenkamer heeft een verkennend onderzoek uitgevoerd naar de voortgang van de gemaakte afspraken uit de overeenkomst Bouwen aan de stad II en naar de samenwerking tussen de partijen die de overeenkomst hebben ondertekend. De rekenkamer heeft naar aanleiding van de verkenning besloten op dit moment geen nader onderzoek te doen. Wel heeft zij twee aandachtspunten geformuleerd voor het gemeentebestuur. Het eerste aandachtspunt gaat over de mogelijk directe aansturing van de corporaties door de gemeente, wanneer uitvoering wordt gegeven aan de voornemens uit het Regeerakkoord. Het tweede aandachtspunt is de toekomstige rolverdeling tussen de centrale stad en de bestuurscommissie, met betrekking tot de centrale regie en de gebiedsgerichte uitvoering.

De aanbevelingen uit het onderzoek Verzelfstandiging openbaar onderwijs in stadsdeel West blijken voor een groot deel uitgevoerd. We denken dat een evaluatie van de verzelfstandiging van het openbaar onderwijs in alle delen van Amsterdam nog steeds nuttig kan zijn en overwegen een dergelijk onderzoek op te nemen in ons onderzoeksprogramma. 

De verwachte centralisatie van het toezicht op het openbaar onderwijs en van de onderwijshuisvesting bij de centrale stad zullen ertoe leiden dat er nauwelijks tot geen relatie meer zal bestaan tussen het niveau van de stadsdelen en het openbaar onderwijs. We vragen ons af of de nieuwe bestuurscommissies hun taken goed kunnen uitvoeren als het primair onderwijs geheel buiten het zicht van hun activiteiten valt.

Vandaag verschenen in Metro en het Parool berichten over onderzoek naar de renovatie van de Oostlijn in Amsterdam. Vanwege deze berichten lijkt het ons nuttig om in een persbericht  kort de achtergrond toe te lichten van het verkennend onderzoek dat wij als Amsterdamse rekenkamer uitvoeren.

De rekenkamer onderzocht in hoeverre de aanbevelingen van het onderzoek De Wmo in Zaanstad. Het persoonsgebonden budget voor huishoudelijke hulp uit 2009 door het college van B en W zijn uitgevoerd. De meeste aanbevelingen zijn door de gemeente Zaanstad uitgevoerd. Het college ziet in de aandachtspunten van de rekenkamer mogelijkheden voor verdere verbetering van het Pgb-beleid. Hoe het college hier concreet invulling aan wil geven, blijkt niet uit de reactie. Meer over het opvolgingsonderzoek leest u op de projectpagina De Wmo in Zaanstad.

Op 1 oktober 2013 heeft de rekenkamer de resultaten van haar onderzoek naar het parkeerbeleid van de 7 stadsdelen aan de commissie Openbare ruimte & financiën van Stadsdeel Oost aangeboden. Tegelijkertijd is het onderzoeksrapport op de website van de rekenkamer openbaargemaakt. Op de website is ook een samenvatting te vinden met de belangrijkste bevindingen.

 

 

 

 

Op 23 september 2013 heeft de rekenkamer een lezing gehouden op het congres Staat van Nederland in de Stadsschouwburg te Amsterdam. Daarbij zijn resultaten gepresenteerd van een analyse van de financiële positie van de Nederlandse gemeenten. Dagblad Trouw zal vandaag in een artikel daar aandacht aan besteden. Op de website is een samenvatting te vinden met de belangrijkste resultaten.

 

Er gaat de komende jaren veel veranderen in het sociaal domein, maar de inhoud en consequenties zijn niet altijd duidelijk. De rekenkamer heeft daarom via een verkenning in kaart gebracht wat de veranderingen behelzen, hoe Amsterdam daar vorm aan wil geven en welke risico’s specifieke aandacht van de raad verdienen. Er is nog zoveel in beweging dat het nu niet zinvol is om een diepgaand onderzoek in te stellen. Wel gaan wij de komende jaren de voorbereiding en invoering van de drie decentralisatie in Amsterdam op verschillende momenten monitoren. Binnenkort gaan we in gesprek met raadsleden over mogelijke deelonderzoeken die we in dit kader kunnen uitvoeren.

De rekenkamer onderzocht in hoeverre de aanbevelingen van het onderzoek De Wmo in Amsterdam. Het persoonsgebonden budget voor huishoudelijke hulp uit 2009 door het college van B en W zijn uitgevoerd. De meeste aanbevelingen zijn uitgevoerd. Naar aanleiding van het opvolgingsonderzoek van de rekenkamer gaat het college een samenhangend beleid voor het hele sociale domein ontwikkelen om misbruik en oneigenlijk gebruik van Pgb’s tegen gaan.

In de commissievergadering WPA van 19 september 2013 is de rekenkamerbrief Schuldhulpverlening geagendeerd. De vragen van de commissieleden aan de wethouder gingen over welke gevolgen de ontwikkelingen binnen de gemeente Amsterdam, zoals de bezuinigingen en het nieuwe bestuurlijke stelsel, hebben op het proces van schuldhulpverlening. Verder zouden zij graag meer inzicht willen hebben of het nieuwe werkproces heeft geleid tot een effectievere schuldhulpverlening. Omdat deze pas in 2013 is ingevoerd, is het nog te vroeg om hierover een oordeel te vellen. De Rekenkamer houdt een toekomstig onderzoek naar de effectiviteit van het nieuwe werkproces in gedachte.

De VVD-fractie in Nieuw-West had voor de commissievergadering B van 4 september de Rekenkamerbrief Beheer sporthallen en sportparken fase 1 geagendeerd. De vragen van de deelraadsleden aan de portefeuillehouder gingen over het gebrek aan inzicht in de kosten en opbrengsten van sporthallen en het ontbreken van onderhoudsplannen. Door de fractie BNW81 werd gewezen op het belang van sociale doelstellingen van de sportaccommodaties zoals het tegengaan van obesitas bij kinderen en hoe het stadsdeel hierop nog invloed kan uitoefenen als het beheer bij een stichting ligt. De fractie hoopte dat de rekenkamer in het vervolg van het onderzoek ook hier naar zou kijken. De protefeuillehouder Sport heeft toegezegd in oktober de nu bijna afgeronde Nota Vastgoed Sport naar de raad te sturen en de raad te informeren over de meerjaren onderhoudsplannen van de sporthallen. 

 

Op 4 september heeft de wethouder Jeugd gereageerd op vragen van de VVD fractie over informatiesystemen voor het jeugddomein, die zijn gesteld naar aanleiding van ons rapport Gemeentelijk regie in het jeugddomein.

De reactie bevestigt de gemaakte kosten (€2,5 miljoen) voor het informatiesysteem Jeugd en Gezin maar is niet volledig over de ontwikkelkosten van dit systeem. Naast de investeringskosten voor het basissysteem in 2006 (€ 95 duizend) is er in de jaren 2007-2010 nog €250 duizend aan ontwikkelkosten gemaakt.

 

Op 17 juli 2013 is de verkenning Schuldhulpverlening openbaar gemaakt. De rekenkamer heeft al eerder een rapport over de schuldhulpverlening gepubliceerd (2007). Onze hoofdconclusie is dat de gemeente sindsdien op de goede weg is. In de rekenkamerbrief zijn nog wel suggesties voor een verdere verbetering opgenomen. B&W en de desbetreffende stadsdeelbesturen hebben aangegeven onze aandachtspunten ter harte te zullen nemen.

Het college van B&W betrekt de aanbevelingen van de rekenkamer bij ontwikkeling nieuwe jeugdstelsel en komt voor de zomer met een gedegen analyse van de bestaande informatiesystemen.Woensdag 6 juni heeft de raadscommissie Jeugd, ICT en Financien het rekenkamer rapport Gemeentelijke regie in het jeugddomein besproken. De commissie sprak waarderende woorden voor het onderzoek en ondersteunde net als het college de conclusie en aanbevelingen. Naar aanleiding van onze bevinding over €2,5 euro kostende en onvoldoende benutte informatiesysteem bij de aanpak van risicojongeren en risico- en MPG-gezinnen, stelde de VVD vragen aan de wethouder over de stand van zaken rond de gedegen analyse van bestaande informatiesystemen in het jeugddomein die voor 1 juli 2013 gereed zou zijn (Koersbesluit Om het Kind). De wethouder zegde toe voor de zomer met de resultaten van deze analyse te komen. Het rekenkamerrapport Gemeentelijke regie in het jeugddomein wordt 3 juli besproken in de gemeenteraad.

In de vergadering van de raadscommissie KSZ van 26 juni 2013 lichtte de directeur van de rekenkamer Amsterdam op verzoek van het CDA de resultaten toe van het de eerste fase van het onderzoek Beheer sporthallen en sportparken (rekenkamerbrief 2 mei 2013). Hieruit bleek dat de gemeente over onvoldoende geschikte (financiële) informatie beschikte om een goede invulling te kunnen geven aan de opgelegde bezuiniging sport. De wethouder Sport bevestigde dat er nu nog de nodige ondoorzichtigheid bestaat maar dat dit rekenkameronderzoek gedurende de uitvoering al direct invloed heeft gehad. Er wordt namelijk al geprobeerd om meer informatie te verzamelen om op een goede manier invulling te kunnen geven aan de afgesproken bezuiniging.

De eerste fase van het onderzoek Beheer sporthallen en sportparken deden wij in de stadsdelen Nieuw-West, Noord, Zuid en Oost. Wij inventariseerden welke informatie over specifiek accommodatiebeleid en de kosten en opbrengsten per sportaccommodatie aanwezig was en publiceerden de resultaten in een rekenkamerbrief (2 mei 2013).

In deze tweede fase is de aandacht gericht op verschillen in doelmatigheid bij verschillen in gemeentelijk beheer en exploitatie van sportaccommodaties. Van alle sportaccommodaties van de centrale stad en stadsdelen zullen wij er enkele selecteren en deze nauwkeurig met elkaar te vergelijken. De vergelijking bij sporthallen vindt plaats tussen niet-gemeentelijke partijen en gemeentelijke afdelingen. Bij de sportparken vergelijken wij grootschalig en kleinschalig beheer en exploitatie van voetbalvelden.

De gemeente Amsterdam wordt in de komende jaren waarschijnlijk geconfronteerd met een grote organisatieontwikkeling. Maar de ambtelijke organisatie van de gemeente Amsterdam is eigenlijk altijd in beweging.  Deze bewegingen komen tot uitdrukking in reorganisaties, fusies en uitplaatsingen van diensten, bedrijven en stadsdelen. In de komende jaren wordt de gemeente Amsterdam in het kader van de organisatieontwikkeling bovendien geconfronteerd met een groot aantal reorganisaties. Door het grote aantal reorganisaties zal het belang van afstemming toenemen. Door terug te kijken naar eerdere reorganisaties, kan de gemeente Amsterdam hieruit lessen leren. Om deze reden heeft de rekenkamer besloten te onderzoeken in hoeverre het proces van organisatieontwikkeling doelmatig verloopt.

Woensdag 5 juni heeft de raadscommissie Kunst, Sport en Zorg het rekenkamer rapport Nazorg voor gedetineerden, een ongemakkelijke keten besproken. De commissie ondersteunde net als het college de conclusies van het rapport. Het college meldde voortvarend met de aanbevelingen aan de slag te gaan en al direct na de zomer te komen met een integraal beleidskader waarbinnen ook aanpakken voor specifieke doelgroepen, zoals bij de Top 600, een plek krijgen. Het rapport zal op verzoek van de SP nog besproken worden in de raad (4 juli aanstaande). De SP kondigde aan moties naar aanleiding van het rapport te willen indienen.

 

 Op 22 oktober 2012 hebben de raadsleden mevrouw Visser en de heren Van Drooge en Van de Ree de rekenkamer verzocht om de doelmatigheid en rechtmatigheid van de uitvoering van het erfpachtbeleid in Amsterdam te onderzoeken. De rekenkamer heeft een uitgebreide voorstudie uitgevoerd om te bepalen of een rekenkameronderzoek zal worden gestart. In drie eerdere onderzoeken (13 oktober 2012, 27 maart en 4 april 2013) concludeerde de rekenkamer al dat het erfpachtbeheersysteem tekort schiet en het erfpachtarchief niet volledig is. De rekenkamer verwacht dat een aanvullend onderzoek naar de doelmatigheid op dit moment geen verdere ondoelmatigheden aan het licht zal brengen. De rechtszaak Honnebier en de zaak van de Nederlandse Vereniging van Erfpachters maken duidelijk dat de rechter oordeelde dat het taxatierapport van de deskundigen niet voldeed aan de daaraan te stellen eisen. Daarbij gaat het niet zozeer om de hoogte van het bedrag maar om de zorgvuldigheid van de werkwijze van de deskundigen en de kwaliteit van het taxatierapport. De rekenkamer acht het goed mogelijk dat in het verleden de taxatierapporten vaker niet aan de eisen voldeden, terwijl de gemeente en de erfpachter deze rapporten wel hebben geaccepteerd. Het accepteren van deze rapporten betekent echter niet dat de gemeente onrechtmatig heeft gehandeld. De rekenkamer heeft besloten om voorlopig geen onderzoek te zullen starten. Een onderzoek zou naar verwachting weinig nieuwe informatie opleveren en geen antwoord op de vraag geven of erfpachters te veel of te weinig erfpacht betalen. De rekenkamer verwacht dat als het college uitvoering geeft aan 4 aanbevelingen de gemeenteraad beter wordt geïnformeerd over de uitvoering van het erfpachtbeleid, deskundigen worden gestimuleerd om taxatierapporten te verbeteren en tot slot dat onnodige juridische procedures worden vermeden. Het college geeft aan drie van de vier aanbevelingen over te nemen.

 

 In het rapport Slecht zicht op leningen en garanties uit maart 2011 constateerde de rekenkamer dat het door de gemeente Amsterdam gevoerde beheer onvoldoende waarborgen bood om de financiële risico’s van uitstaande leningen en garanties te beheersen. Ook vond de rekenkamer dat de gemeenteraad te weinig informatie ontving over de omvang, samenstelling en risico’s van nieuwe en bestaande leningen en garanties. Om dit te verbeteren deed de rekenkamer aanbevelingen voor duidelijkere spelregels over beheer en informatievoorziening aan de gemeenteraad. Het college heeft indertijd deze aanbevelingen integraal overgenomen. Dit is nu uitgemond in de specifieke beleidsnota Lening- en garantiebeleid gemeente Amsterdam. In deze nota wordt beschreven hoe het college invulling wil geven aan de aanbevelingen van de rekenkamer. De nota wordt 5 juni behandeld in de commissie JIF van de gemeenteraad van Amsterdam onder agendapunt 13.

 

 

De rekenkamer constateert dat ook volgens het gemeentebestuur de efficiencywinst bij sport onvoldoende onderbouwd lijkt. Dit staat in de brief ten behoeve van Kadernota en Perspectiefnota van de wethouder Financiën voor de raadscommissievergadering JIF van 5 juni. Geconstateerd wordt dat de business case voor de opgelegde bezuiniging sport van € 2 miljoen op moment van schrijven (27 maart) het minst is uitgewerkt. In onze rekenkamerbrief Beheer sporthallen en sportparken (fase 1) wijzen we op het ontbreken van voldoende betrouwbare informatie over de kosten en opbrengsten van de sportaccommodaties om de bezuinigingen voor sport goed te kunnen invullen. Deze brief staat op de agenda van de raadscommissievergadering KSZ van 5 juni.

Het onderzoek naar de gemeentelijke regie in het jeugddomein bestaat uit 3 ‘case-studies’. Op basis hiervan is nagegaan waar goede regie uit bestaat en welke aspecten van regievoering de uitvoering van beleid bevorderen of belemmeren. De resultaten van het onderzoek zijn te lezen op de website van de rekenkamer. Het onderzoek zal op 26 juni 2013 in de commissievergadering van JIF (Jeugd, ICT en Financiën) door de gemeenteraad worden besproken.

 

Het onderzoek heeft tot doel inzichtelijk te maken hoe het integrale Amsterdamse nazorgbeleid is vormgegeven en welke resultaten met het gevoerde beleid zijn behaald. De resultaten van het onderzoek staan op de website van de rekenkamer en zullen ook in de commissievergadering van KSZ (Kunst, Sport en Zorg) op 5 juni 2013 worden besproken.

 

Woensdag 24 april hebben raadsleden, vertegenwoordigers van de ambtelijke organisatie en de rekenkamer met elkaar van gedachten gewisseld over verbeteringen in de begroting met als doel de informatiewaarde voor raadsleden te laten toenemen. Voor deze bijeenkomst heeft de rekenkamer een notitie gemaakt met voorbeelden bij de aanbevelingen uit het onlangs verschenen rapport ‘Informatiewaarde van de begroting’. De notitie valt uiteen in enerzijds wenselijke verbeteringen voor de begrotingsystematiek en anderzijds mogelijke verbeteringen om binnen de grenzen van de geldende voorschriften de programmabeschrijvingen prettiger, eigentijdser en functioneler te maken. De notitie is vanaf nu te downloaden op de website van de Rekenkamer Metropool Amsterdam.

De rekenkamer heeft het jaarverslag 2012 met daarin opgenomen de jaarrekening, vastgesteld. Het jaarverslag is integraal op de website te vinden. Net zoals vorig jaar is er ook een publieksjaarverslag gemaakt. Het publieksverslag wordt verspreid, maar is ook op de website geplaatst.

Naar aanleiding van het rekenkamerrapport Basisadministratie Adressen en Gebouwen (juni 2011) is het college in december 2011 gestart met een programma voor het opzetten en inrichten van gemeentebreed gebruik van de BAG bij het uitvoeren van publiekrechtelijke taken. In de commissie AZ van donderdag 11 april staat de BAG als onderwerp geagendeerd. Het college vraagt de commissie in te stemmen met de eindrapportage van het programma Binnengemeentelijk gebruik van de Basisadministratie Adressen en Gebouwen (BAG). Het college geeft aan dat in kaart is gebracht of het gebruik van gegevens uit de BAG zodanig is dat bij de publiekrechtelijke taken altijd gebruik wordt gemaakt van de basisgegevens. Hiaten zijn per december 2012 verholpen.  Wij hebben de indruk dat het gebruik van de BAG nog niet optimaal is. Onlangs heeft de rekenkamer twee rekenkamerbrieven rondom erfpacht gepubliceerd. Daaruit bleek dat (erfpacht)registraties niet volledig zijn doordat de koppeling tussen de registraties en de BAG niet op orde is. Dit betekende voor Bureau Erfpacht extra werk.